Sam Waagenaar fotograaf schrijver en biograaf

Samuel Waagenaar woonde de langste tijd van zijn leven in Rome: van 1946 tot 1992. Hij werd op 10 januari 1908 in Amsterdam geboren en stierf in Blaricum op 16 april 1997. In 1992 keert hij terug naar Nederland en gaat in het Rosa Spier Huis te laren wonen. In 1993 opent daar een tentoonstelling van zijn werk getiteld: ‘Sam Waagenaar kijkt naar mensen’. Hij publiceerde een tiental boeken, maar zijn grootste roem verwierf hij met zijn biografie van Mata Hari. De onderstaande tekst Sam Waagenaar fotograaf schrijver is een bio-bibliografische schets.

Amerika

Waagenaar en zijn broer emigreerden in 1929 naar Amerika. Van 1934 tot 1942 woont hij in Hollywood waar hij in het laatste jaar (1942) in negen Amerikaanse antinazi-films acteert. In 1943 neemt hij dienst in het leger en volgt een trainingskamp in Canada voor spionagewerk en wordt gestationeerd in Londen als press officer. Van 1944 tot 1946 is hij in Parijs waar hij op 25 augustrus de bevrijding fotografeert. Hij werkt voor de International News Service. In Europa bezoekt hij diverse concentratiekampen en het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Hij verslaat fotografisch de zittingen van de Neurenberg rechtszaak. In 1946 vertrekt hij naar Rome waar hij 45 jaar zal wonen en werken als free-lance fotograaf en schrijver. Hij werkt voor ABC, Camera Press, Newsweek, de North American Newspaper Alliance, Pix Inc., Rapho, La Tribune des Nations en ten slotte Die Weltwoche.

De fotoboeken

In 1957 verschijnen zijn eerste twee fotoboeken. Het eerste over Azië en het tweede over landen rondom de Rode Zee. Voor het boek De kleine vijf selecteert hij foto’s die hij maakte in Liechtenstein, San Marino, Monaco, Vatican, Andorra. In de landen die hij bereisde maakte hij ook systematisch foto’s van kinderen en vrouwen. Van dat materiaal stelt hij vervolgens in thematische boeken samen. In 1961 begeleidt een tentoonstelling het boek Vrouwen van Israël.

De fotoboeken zijn het resultaat van een bijzonder reislustige fotograaf. Hij heeft een voorkeur voor het genre portretfotografie.

De Mata Hari biografie

Met de Leeuwardense Margaretha Geertruida Zelle werd Waagenaar al in 1930-1931 geconfronteerd vanwege zijn betrokkenheid bij de film waarin Greta Garbo de rol van Mata Hari vertolkte.

Ter voorbereiding van de biografie sprak Waagenaar in Nederland, Duitsland en Frankrijk met tijdgenoten van Margaretha Zelle. Hij ontmoette haar broer en andere mensen die haar goed hadden gekend. Van haar voormalige dienstmeisje Anna Lintjens ontving Waagenaar twee albums met foto’s en krantenknipsels. De vele gesprekken en de albums werden de basis voor zijn biografie.

De joden van Rome

Het boek verschijnt in de jaren zeventig in drie talen. De Engelse en de Italiaanse edities verschenen in 1972. Het lijkt wel zeker dat Waagenaar de tekst had geschreven in het Engels. Een bevestiging van deze hypothese verschaft de titelpagina van de Italiaanse editie, want die vermeldt de naam van de Romeinse vertaalster Giacometta Cantatore Limentani. Zij had de tekst uit het Engels in het Italiaans overbracht. In het colofon ontbreekt echter elke verwijzing naar een gedrukte uitgave.

Sam Waagenaar fotograaf schrijver en biograaf

Bibliografie van Sam Waagenaar schrijver fotograaf

  1. Asien. München : Süddeutscher Verlag, 1957. Het is een fotoboek met tekst in vier  talen: Duits, Engels, Frans en Italiaans. 
  2. Länder am Roten Meer. München : Süddeutscher Verlag, 1957. Het is een fotoboek met tekst in drie talen: Duits, Engels en Frans.
  3. Kinderen kennen geen grenzen. Utrecht: Bruna, 1958. Engelse editie: Children of the World: A Photobook by Sam Waagenaar. London: André Deutsch, 1959.
  4. Vrouwen van Rome: Een fotoboek van Sam Waagenaar. Utrecht: Bruna, 1959.
  5. De kleine vijf. Utrecht: Bruna, 1960. Meertalige uitgave.
  6. Vrouwen van Israël. Utrecht: Bruna, 1961. De Amerikaanse uitgave: Women of Israel. New York: Schocken Books, 1961.
  7. Kinderen van Israël. Utrecht, Bruna, 1961.
  8. The murder of Mata Hari. London: Barker, 1964.. Vertaald in zeven talen. Later verschenen herziene en uitgebreide edities.  De Duitste vertaling verschijnt nog in hetzelfde jaar: Sie nannte sich Mata Hari. Hamburg: Schröder, 1964.
  9. Il ghetto sul Tevere. Milaan: Mondadori, 1972.
  10. The Pope’s Jews. La Salle: Open Court, 1974. Engelse herziene editie bij de Alcove Press in London. De beide Engelse edities zijn gebaseerd op de Italiaanse uitgave.
  11. De joden van Rome. Bussum: Van Holkema & Warendorf, 1978. De vertaling is uit het Engels.
  12. Holland op z‘n malst : koddige en ernstige opschriften op luiffels, wagens, glazen, borden, graven, en elders. Delft: Elmar, 1978.

Aantekeningen bij Sam Waagenaar fotograaf schrijver en biograaf

  • Over Waagenaar bestaat alleen een korte Duitse wikipedia pagina. Zie hier.
  • Zie hier een wikipediapagina over Greta Garbo in de rol van Mata Hari (1931).
  • In het archief van het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam zijn ruim twaalfhonderd foto’s van Waagenaar opgenomen. Zie hier.
  • Over Giacoma Limentani zie hier enkele artikelen op deze website.

 

Etty Hillesum congres in Rome: december 1988

Wat wist men in Nederland van het Etty Hillesum Congres van 4 en 5 december 1988 in Rome?

Artikelen van Jan Louter teruggevonden

In het magazijn van onze uitgeverij, dat zich onder mijn huis bevindt, staat een pallet met een dozijn dozen gevuld met oud archiefmateriaal. Af en toe maak ik er een open, bekijk de inhoud en gooi wat weg kan in de papierbak. Tussen het pakje brieven dat ik vond, was er een van Jan Louter, die ik mij niet meer herinner. In de enveloppe een heel vriendelijk begeleidend ansichtkaartje van 14 januari 1989 met een winterse afbeelding van de Magere Brug in Amsterdam. Belangrijker zijn echter de fotokopieën van de twee artikelen die hij de maand daarvoor had gepubliceerd. Het kortste verscheen in Het Parool van dinsdag 6 december 1988. Het tweede, aanzienlijk langere artikel, was geplaatst in het NIW, Nieuw Israëlietisch Weekblad van vrijdag 9 december 1988.

In beide artikelen doet Jan Louter verslag van het Etty Hillesum Congres van 4 en 5 december 1988 in Rome, dat hij mogelijk als journalist had bijgewoond. Het bestaan van zijn artikelen was ik volledig vergeten.

Etty Hillesum congres in Rome: december 1988
Van links naar rechts: Nadia Neri, Giacoma Limentani, een adm mederw., Ted Meijer, Sergio Quinzio  en Romana Guarnieri. Op de eerste verdieping van het Nederlands Instituut te Rome. Foto © Maria Korporal.

Th.J. Meijer

Het tweedaagse Romeinse symposium over Etty Hillesum heeft het verloop van mijn leven in Italië in de jaren daarna bijzonder sterk beïnvloed. Tot op de dag van vandaag, zoals blijkt uit dit weblog.  Daarover zal ik het nu niet hebben. Naar aanleiding van de hervonden artikelen wil ik echter één persoon, bij wijze van dierbare herinnering en durende dankbaarheid, hier kort ter sprake brengen.  Ik bedoel Ted Meijer (1940-1997), de toenmalige directeur van het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome. Hij overleed op 15 augustus 1997. Over minder dan drie weken is dat 23 jaar geleden.

Etty Hillesum congres in Rome: december 1988
In deze zaal werd tijdens de twee congresdagen een toneelvoorstelling over Etty Hillesum gegeven door een Nederlandse actrice woonachtig in Italië. (Foto studiezaal van het instituut uit de jaren negentig.)

Het is te danken aan Meijers enthousiaste steun dat deze eerste internationale bijeenkomst over Etty Hillesum kon worden gerealiseerd. Ik had het project in 1987 bedacht en aan hem voorgelegd toen hij nog maar net in dienst was getreden. Hij stond direct achter het plan en verschafte er het institutionele kader voor. Dat was erg belangrijk, want het stelde mij in staat het als een cultureel project van het Instituut te presenteren en te organiseren.

De publicatie van de Hillesum-lezingen

Later zorgde Ted Meijer ook voor de financiering van de uitgave van het boek met de resultaten van de twee symposiumdagen. Het verscheen in 1990: L’esperienza dell’Altro, De ervaring van de Ander, waarin ik de vijftien lezingen had opgenomen. Het was de eerste uitgave van onze uitgeverij Apeiron Editori, die Maria Korporaal en ik in datzelfde jaar hadden opgericht. Dat was nodig, omdat geen enkele Italiaanse uitgever de teksten wilde publiceren. In het najaar van 2020 hopen wij het elfde boek over Etty Hillesum te publiceren.  Maar daarover volgt later meer.

Aantekeningen Etty Hillesum congres in Rome: december 1988

 

Lucrezia Lerro over Liefde: Etty Hillesum en Julius Spier

De schrijfster

Lucrezia Lerro schrijft romans en gedichten. Ze werd in 1977 geboren in het dorp Omignano in de Zuid-Italiaanse provincie Salerno, heeft opvoedkunde

Lucrezia Lerro over Liefde: Etty Hillesum en Julius Spier
Lucrezia Lerro.

gestudeerd in Florence en woont en werkt in Milaan. Ik neem deze summiere gegevens over van de Wikipediapagina die aan haar is gewijd. Ze heeft tot op dit moment negen romans gepubliceerd, vier bundels poëzie en een vijftal theaterstrukken. Haar romans zijn uitgegeven door Bompiani en Mondadori – dat zijn vooraanstaande Italiaanse uitgeverijen. Het laatste boek, La giravolta delle libellule, kwam in 2017 uit bij La nave di Teseo. Bij deze recent (2015) opgerichte Milanese uitgeverij was Umberto Eco nauw betrokken. Hij overleed echter kort voordat de eerste titel op de markt kwam.

Het boek waaraan ik hier enige aandacht wil geven, heeft zij in 2016 uitgebracht bij de katholieke uitgeverij San Paolo, die deel uitmaakt van het omvangrijke spectrum van Italiaanse religieuze uitgeverijen. San Paolo heeft een behoorlijk aantal boeken over Etty Hillesum in haar fonds.

Lerro’s boek heeft als titel ‘De aanstekelijkheid van de liefde: Etty Hillesum en

Omslag van de roman.

Julius Spier’ (Il contagio dell’amore. Etty  Hillesum e Julius Spier) en wordt gepresenteerd als fictie. De auteur verwijst in het nawoord op pagina 175 naar het dagboek en de brieven die haar tot inspiratie dienden: de Italiaanse edities van Het verstoorde leven en de brieven, die respectievelijk in 1985 en 1990 door Adelphi werden gepubliceerd, en besluit het boek met een biografische schets van de familie Hillesum (pp. 177-180).

Citaten van Hillesum

De roman bevat drie citaten uit Hillesums werk. De belangrijkste is de tekst van de briefkaart aan Christien van Nooten, die Etty Hillesum op 7 september 1943 uit de trein heeft gegooid op weg naar Auschwitz-Birkenau en waarmee de roman wordt afgesloten.

Aangezien het gaat om een fictionele tekst over personen die werkelijk hebben bestaan, laat de auteur haar werk voorafgaan door een waarschuwing: ‘Deze roman neemt slechts ten dele het werkelijke leven van Etty Hillesum als uitgangspunt.’ Hiermee geeft de schrijfster zichzelf de vrije hand.

Het verhaal draait om de liefdesrelatie tussen Hillesum en Spier. Daarnaast wordt aan de verhouding tussen Etty Hillesum en haar ouders erg veel aandacht besteed. Andere personages worden wel ter sprake gebracht – Pa Han, Maria Tuinzing – maar krijgen geen invulling. De andere thema’s zijn het schrijven en het geloof. De optiek van waaruit de roman is geschreven is de liefde.

Een thema

In ‘De aanstekelijkheid…’ wordt verteld dat Etty Hillesum van Spiers ‘patiënte’ opklimt naar diens medewerkster en hoe deze ontwikkeling gepaard gaat met de ontluikende en beantwoorde wederzijdse liefdesgevoelens. Hoewel ook over het erotische aspect van hun relatie wordt gesproken, blijkt nergens dat de relatie verder is gegaan dan het worstelen als onderdeel van de therapie. De dood van Spier door een ‘hartinfarct’ betekent het einde van de relatie en zijn we ook bijna aan het einde van het verhaal.

Met Han Wegerif – de andere geliefde – had Hillesum méér dan een platonische relatie. Hij is een constante aanwezigheid voor én na haar kennismaking met  Spier. Lerro thematiseert in haar roman de kwestie van de abortus (117) en wordt het een ‘ongelukje’ genoemd. De abortus wordt niet gemotiveerd door de oorlogsomstandigheden, maar door het privé-leven van Pa Han.

De roman

Lerro beperkt het verhaal ruimtelijk tot Amsterdam. Etty en haar broers wonen bij hun ouders in de Gabriël Metsustaat. Spiers woning is in de Courbetstraat, maar die ligt in de roman aan een gracht want daarop kijkt Etty uit als zij voor het raam staat. Kamp Westerbork komt wel ter sprake, maar alleen als plaats waar de Joden vanuit Amsterdam naar toe worden gedeporteerd.

In het eerste hoofdstuk presenteert Lerro de ouders Hillesum waargenomen door de dan 14 jarige Etty. Vader Hillesum, in de roman Levi, wordt gedomineerd door zijn vrouw, hier Rebecca, die zich obsessief met het eten inlaat en bovendien voortdurend ruzie zoekt met haar echtgenoot. We vernemen niets over hun achtergronden, behalve een verwijzing naar de Russische afkomst van Rebecca. Deze negatieve karakterisering van de ouders is in lijn met de Italiaanse studies van vóór de publicatie van de integrale editie van het dagboek in 2012. Aangezien de selectie door meer mensen wordt gelezen dan de integrale editie, blijft dit verwrongen beeld domineren.

In het eerste en tweede hoofdstuk zien wij twee termen die de toon van de roman zetten: gebed, ‘preghiera’, de 14-jarige Etty knielt voor het slapengaan naast haar bed en bidt voor haar ouders, p. 14; en vergeving, ‘perdono’, p. 21. Etty had een vriendin toevertrouwd: ‘Macht wil voor mij zeggen vergeven.’

Hoofdstuk 7

Uit de laatste alinea van hoofdstuk 7 blijkt dezelfde tendens om aan het romanpersonage Etty Hillesum een christelijke karakter te geven:

– Weet U wat het verschil is tussen iemand die gelooft en een ander die niet gelooft ? vroeg Etty aan hem (= Spier)

– Zeker. […] Iemand die gelooft, heeft het leven lief en is in staat op eigen benen te staan, zichzelf tot steun te zijn. […] Nederig kan men slechts worden als men de toegebrachte kwetsingen vergeet.’ (72-73)

Vooral de laatste zin over het achter zich laten van de kwetsingen, van het door anderen berokkende leed, deed mij denken aan de autobiografische roman van Giacometta Limentani (1927-2018), waarin zij vertelt over het antisemitische geweld waarvan zij en haar familie onder het fascisme van Mussolini vanaf 1938 slachtoffer werden. Het is onwaarschijnlijk dat zij de agressie zal vergeten, maar dat betekent niet dat zij de nederigheid, de liefde voor anderen en voor het leven niet kende. Integendeel, zij was in geen enkel opzicht vervuld van haat en bewonderde de moed van Etty Hillesum.

Nederigheid is een nastrevenswaardige deugd. In boven geciteerde zin doet het echter meer denken aan de christelijke nederigheid, die past bij de ‘christelijke’ Etty die de auteur voor de lezer neerzet. Een Etty die vrijwel geheel is ontdaan van haar Joodse achtergrond. De liefde tussen Hillesum en Spier blijkt een voorstadium van de Liefde met een hoofdletter, de menselijke liefde voor God en Gods Liefde voor de mens.

Tot slot

Hier is een gedreven schrijfster aan het woord. De zesentwintig korte hoofdstukken – van gemiddeld 6,2 pagina’s – zijn geschreven in een goed lopend hedendaags Italiaans dat de aandacht van de lezer vasthoudt tot aan het laatste bladzijden. Het verhaal moge zich dan afspelen in Amsterdam, het is ontdaan van alle eventuele storende locale – lees: Nederlandse – culturele elementen. Dat geldt evenzeer voor de historische context, die  vrijwel volledig ontbreekt. De volgens dit bestek gecreëerde romanpersonages, voegen zich moeiteloos in de Italiaanse context en komen bij een Italiaanse lezeres of lezer daarom bijna vertrouwd over.

Niet iedereen zal deze werkwijze toejuichen en meer feitelijke informatie hebben verwelkomd. Maar in een land waar de historische en hedendaagse kennis over de Lage Landen bijzonder gering is, lijkt deze reductieve aanpak voor hen die werkzaam zijn in de culturele sector een onvermijdelijke keuze. Ik vind dat jammer en zou mij van de kant van Italiaanse schrijvers, filmmakers en uitgevers meer durf en inspanning wensen.

Lucrezia Lerro is zeer actief op Facebook.