Eerste gedichten van Pasolini gepubliceerd in 1942

De eerste gedichten van Pasolini kwamen uit in 1942. Hij publiceerde ze in de bundel Poesie a Casarsa. Het was zijn eerste boek. De oplage bestond uit 300 genummerde exemplaren en nog eens vijfenzeventig zonder nummer, bestemd voor de pers. De bundel bevat gedichten in het Friulisch met een Italiaanse vertaling van de dichter.

Maar  Pasolini publiceerde in 1942 ook poëzie in het Italiaans. Zijn werk verscheen in het maandblad Il Setaccio dat uitkwam in Bologna. Het Italiaanse woord ‘setaccio’ betekent zeef. De schrijver was direct betrokken bij de oprichting en hij maakte vanaf het begin deel uit van de redactie. Het blad verscheen tussen november 1942 en april-mei 1943. In totaal zagen zes nummers het licht. De fascistische jeugdorganisatie G.I.L., Gioventù Italiana del Littorio, afdeling Bologna gaf het periodiek uit (zie ook eind van deze pagina). De tekening op het omslag hieronder maakte Pasolini.

Eerste gedichten van Pasolini gepubliceerd in 1942

Het gedicht hieronder verscheen in aflevering 2, december 1942. Het heeft de vorm van een gesprek tussen een vrouw en een soldaat. De Italiaanse titel is: ‘Contrasto della donna e del soldato’, dat we letterlijk kunnen vertalen als Het conflict van de vrouw en van de soldaat. Elk van de personages heeft een innerlijk conflict dat de ander beïnvloedt.  Het lijkt mij van belang de historische periode waarin de compositie werd geschreven in het achterhoofd te houden. Deze concept vertaling is van mij.

Het conflict van de vrouw en van de soldaat

De soldaat

Ik geef toe aan jouw verlangens;
in je ogen is het verleden.
Jij bent een duistere herfst
die niet naar de sneeuw leidt.

De vrouw

Je bent gekleed als soldaat
vandaag; zo kende ik je niet.
De avond is warm. Gekwetst
ben je, jongen, in stilte?

De soldaat

Spreek niet van de avond,
raak me niet aan met je adem.
De vrieskou is in het vlees,
de onschuld die roept.

De vrouw

De sluwheid glinstert niet
in uw ronde ogen, mijnheer.
Maar je gebogen wimpers
zijn gist voor de begeerte.

De soldaat

Mijn vlees is ver van hier.
Maar jij, o onbekende,
zag jij mijn kindertijd
wegvluchten door de tuinen?

De vrouw

Hier ben ik, kind, je ziet mij
naakt en geknield.
Jouw ernstige gelaat
windt mij op en kwelt mij.

De soldaat

Vaarwel.

De vrouw

Wat?

De soldaat

Ik verlaat je.

De vrouw

Ik hoor niets.

De soldaat

Ik vertrek. Vaarwel.

De vrouw

Moordenaar, je vlucht.
Ach, zoon, verlaat me niet.
Jouw lichaam was het mijne.

De soldaat

De maan bevriest de weiden,
verstoor niet de rust.
Mijn heilige onschuld
verloor je zonder een schreeuw.

De vrouw

Maar zie je niet dat de kou,
die je belaagt mij verwondt?
Ach, raak mijn lippen aan.

De soldaat

Nee. Luister, vrouw: onbekend
is je het kleed dat ik draag.
Onbekend is je de aarde
die mij vijand noemt.
Onbekend is je de dood
die in het verre dreigt.
(Onbekend is je de knaap
die in de tuinen rende:
o mijn oorlogszuchtige jeugd!)
Buig dus geduldig het hoofd,
voor de onbekende zaken
die ik zal dienen.

De vrouw

Maar bij mij ben je naakt!…
(De soldaat slaat triest de ogen neer,
vleit zich op het vochtige veld.
Als hij weer opstaat
ziet hij op de plaats
van de vrouw een meisje).

Het meisje

Ga, mijn lieve soldaat,
naakt als de roos,
naar je onbekende leven.
Namens mij, laat een kus
– onder de gevallen vijanden –
aan de meest reine en wilde.

Aantekeningen bij de Eerste gedichten van Pasolini

  • Voor mijn andere artikelen over Pasolini zie hier.
  • Pasolini’s eerste bundel gedichten Poesie a Casarsa werd in 1942 uitgegeven door de Antiquarische Boekhandel van Mario Landi in Bologna. In 2019 verscheen van het boek een facsimile uitgave.
  • Het gedicht verscheen tachtig jaar geleden in het tijdschrift Il Setaccio, n° 2, 1942, p. 12.
  • G.I.L. is de afkorting van ‘Italiaanse jeugd van het littorio’, een unitaire organisatie van de jeugdgroepen tijdens het fascistische regime. Hun motto was: “geloven, gehoorzamen, vechten”- De G.I.L. ontstond in 1937 uit de fusie van de fascistische organisaties genaamd ‘Opera Nazionale balilla’ en ‘Fascistische strijdjeugd’. De G.I.L. was rechtstreeks afhankelijk van de secretaris van de fascistische partij. Zij organiseerde in haar gelederen meisjes en jongens van 6 tot 21 jaar. Het doel was politieke training, sport en militaire voorbereiding. Men deed ook aan welzijns- en recreatieactiviteiten. De organisatie werd ontbonden in 1943.
  • Voor de termen fasces en littorio zie deze wikipediapagina.

 

Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven

Deze tijdtabel stopt niet op 2 november 1975. De dag dat Pasolini werd vermoord. De dichter was na zijn gewelddadige dood nooit afwezig uit de openbare leven van Italië. Zijn omvangrijke literaire en cinematografische nalatenschap is continue thema van onderzoek en studie. Met de herdenking van zijn 100-jarige geboortedag nemen de activiteiten in het hele land toe, maar vooral in de hoofdstad Rome waar de dichter het grootste deel van zijn leven woonde en werkte.

1922

  • 8 maart: Pasolini wordt geboren in Bologna. Zijn moeder is Susanna Colussi (1891-1981), onderwijzeres van beroep en afkomstig uit Casarsa in Friuli. Zijn vader is Carlo Alberto Pasolini.

1928

  • De vader wordt gearresteerd vanwege schulden.
  • Moeder verhuist met haar zoontjes Pier Paolo en Guido (1925-1945) naar haar geboorteplaats Casarsa.

1937

  • Het gezin verhuist naar Bologna. Pasolini bezoekt het gymnasium Galvani.

1939

  • Pier Paolo slaat de derde klas van het gymnasium over en in de herfst slaagt hij voor de eindexamens.
  • Hij gaat naar de Letterenfaculteit aan de Universiteit van Bologna. Elke dag leest hij ‘anderhalf boek’. Hij bezoekt regelmatig een filmclub. Hij is enthousiast over René Clair, Jean Renoir en Charlie Chaplin. En hij doet veel aan sport, met een voorliefde voor voetbal.

1942

  • 14 juli: Hij publiceert in het Friulisch de bundel Poesia in Casarsa. Hij betaalt zelf de uitgave.
  • In het nationaalsocialistische Duitsland neemt hij in de stad Weimar deel aan een bijeenkomst van studenten uit fascistische landen.
  • November: Hij werkt mee aan het tijdschrift Il Setaccio, dat wordt uitgegeven door de Bolognese afdeling van de fascistische jongerenorganisatie, Gioventù Italiana del Littorio. De term littorio is synoniem voor fascisme.

1943

  • 1 september: In Pisa volgt hij een opleiding voor officieren.
  • 8 september: De Duitsers nemen in Livorno zijn legereenheid  gevangen, maar    Pasolini neemt de benen naar Casarsa.

1945

  • 12 februari: Zijn broer Guido, drie jaar jonger, een verzetstrijder van de Osoppo-brigade, wordt tijdens het bloedbad van Porzûs gedood door communistische aanhangers van Tito.
  • 26 november. Aan de Universiteit van Bologna studeert hij magna cum laude af op een scriptie over de dichter Giovanni Pascoli.

1947

  • Hij wordt lid van de Partito Communista Italiana (P.C.I.) bij de afdeling San Giovanni in Casarsa. Van deze afdeling zal hij later voorzitter worden.
  • Twee jaar lang is hij leraar letterkunde aan de middelbare school van Valvasone, in de buurt van Casarsa.

1949

  • 26 oktober: Hij wordt aangeklaagd voor obsceen gedrag met minderjarigen.
  • De P.C.I. royeert hem ‘wegens morele en politieke onwaardigheid’.
  • De middelbare school van Valvasone ontslaat de leraar Pasolini.
  • 28 december: Hij wordt vrijgesproken van de beschuldiging van obsceen gedrag met minderjarigen.

1950

  • 28 januari: Pasolini verlaat hij Friuli en vestigt zich met zijn moeder voorgoed in Rome.
  • Zijn vader voegt zich na een jaar bij hen.

1951

  • December: Hij geeft les op een middelbare school in Ciampino.

1952

  • December: Hij bezorgt de bloemlezing Poesia dialettale del Novecento (Twintigste eeuwse poëzie in dialect). Uitgever: Guanda, 1952.

1953

  • Maart: Met de schrijver Giorgio Bassani werkt hij aan het script van de film La donna del fiume van regisseur Mario Soldati.

1955

  • April: Uitgever Garzanti publiceert de roman Ragazzi di vita. Het boek is een succes bij de lezers en de critici.
  • Op 21 juli dient de Italaanse minister-president bij het Openbaar Ministerie een aanklacht in vanwege het vermeende ‘pornografische karakter’ van het boek. De aanklacht leidt tot een proces.
  • Een jaar later wordt Pasolini vrijgesproken, mede dankzij de verklaringen van Giuseppe Ungaretti en Carlo Bo.
  • In mei richten Pasolini, Francesco Leonetti en Roberto Roversi in Bologna het tijdschrift Officina op. Het zal na 4 jaar ophouden te bestaan.

1956

  • Met Sergio Citti schrijft hij voor Fellini’s film Le notti di Cabiria de dialogen in het Romeinse dialect.

1957

  • Juni: Met de dichtbundel Le ceneri di Gramsci wint hij de belangrijke literaire prijs Viareggio.

1958

  • Mei: Bij uitgeverij Longanesi verschijnt de dichtbundel L’usignoli della chiesa cattolica.
  • 19 december: Zijn vader Carlo Alberto overlijdt.

1959

  • April: De roman Una vita violenta, Een gewelddadig leven, wordt genomineerd voor de literaire prijs  Strega.
  • De roman wint later de ‘Stad Crotone’ prijs.

1960

  • Januari: Hij speelt een rol in de film Il Gobbo van regisseur Carlo Lizzani. Zie hier een journaalfilmpje van 30 seconden over de acteur Pasolini.
  • September: Pasolini publiceert bij uitgeverij Garzanti de essaybundel Passione e ideologia, Hartstocht en ideologie.
  • 30 november: De uitgever Scheiwiller publiceert in 600 genummerde exemplaren Pasolini’s dichtbundel ROMA 1950: diario, Milaan: All’insegna del pesce d’oro.
  • December: Hij vertrekt naar India in gezelschap van Alberto Moravia en Elsa Morante. Hij verzorgt voor het dagblad II Giorno een serie reportages, die hij vervolgens publiceert in het boek L’odore dell’India.

1961

  • 31 augustus: Met zijn eerste film Accattone neemt neemt hij deel aan het filmfestival van Venetië.
  • 23 november: De première van Accattone in de Romeinse bioscoop Barberini wordt onderbroken door het geweld van een groep neofascisten.

1962

  • Maart: De film Una vita violenta wordt uitgebracht. Zie hier een wikipagina. De première vindt plaats in de Romeinse bioscoop Quattro Fontane. Aanwezig was ook de Italiaanse President Pietro Nenni. Zie hier een foto.
  • Mei: De roman Il sogno di una cosa, De droom over iets, komt in de boekhandel.
  • 22 september: De film Mamma Roma gaat in Rome in première in de bioscoop Quattro Fontane. In de hoofdrol Anna Magnani. Pasolini wordt bij het verlaten van de bioscoop aangevallen door een groep neofascisten maar hij laat zich niet intimideren.

Pier Paolo Pasolini chronologie

1963

  • 1 maart: De film La Ricotta, een van de vier episoden die samen de film RoGoPaG vormen, wordt in beslag genomen op beschuldiging van ‘belastering van de staatsgodsdienst’. De juridische actie werd in gang gezet door Giuseppe Di Gennaro, de Openbare Aanklager.
  • 7 Maart: Het vonnis is vier maanden gevangenisstraf. In hoger beroep volgt vrijspraak.
  • In het weekblad Espresso schrijft Alberto Moravia: ‘Het zou veel correcter zijn geweest om de regisseur de schuld te geven van het beledigen van de waarden van de Italiaanse kleine en middelgrote bourgeoisie.’
  • 27 juni: Hij reist naar het Heilige Land waar hij de documentaire Sopraluoghi in Palestina opneemt.

1964

  • 6 maart: Het Hoger Gerechtshof in Rome spreekt Pasolini vrij van de aanklacht ‘belediging van de staatsgodsdienst’.
  • Mei: Hij publiceert de dichtbundel Poesia in forma di rosa, Poëzie in de vorm van een roos.
  • 4 september: Op het filmfestival van Venetië wordt zijn film Il Vangelo secondo Matteo, Het evangelie volgens Matteüs, bekroont met de Zilveren Leeuw.

1966

Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven
2e druk, november 1975
  • Februari: Uitgeverij Garzanti brengt het boek Uccellacci e Uccellini: Un film di Pier Paolo Pasolini  op de markt.
  • 13 mei: Op het filmfestival van Cannes debuteert hij met de film Uccellacci e Uccellini.
  • September: Pasolini maakt zijn eerste reis naar Amerika. Oriana Fallaci interviewt hem voor het blad Europeo met de titel ‘Un marxista a New York’, Een marxist in New York.

1967

  • 26 oktober: In Venetië interviewt Pasolini de dichter Ezra Pound voor de Rai.

1968

  • 16 juni: Na de oproeren in Valle Giulia in Rome schrijft hij een gedicht waarin hij sympathiseert met de politieagenten. Het heeft als titel I Pci ai Giovani! en was bedoeld voor het tijdschrift Nuovì Argomenti. Het weekblad Espresso legt er de hand op en publiceert het eerder.
  • 4 september: In Venetië wordt zijn film Teorema in beslag genomen op beschuldiging van ‘obsceniteiten’.

1970

  • 12 december: Met politieke activisten van Lotta Continua neemt Pasolini de documentaire ‘12 december op Piazza Fontana’ op.

1971

  • 16 februari: De RAI televisie zendt de documentaire Le mura di Sana’a, De muren van Sana’a, uit. Pasolini filmde de documentaire in Noord-Jemen en was een appèl aan de Unesco.
  • April: Zijn dichtbundel Trasumanar e organizzar verschijnt.
  • 29 juni: De film Decameron wint de Zilveren Beer op het Festival van Berlijn

1972

  • April: Pasolini publiceert de essaybundel Empirismo eretico, Ketters empirisme.
  • 2 juli: Op het Filmfestival van Berlijn wint zijn film I racconti di Canterbury de Gouden Beer voor de beste film.

1973

7 januari: Pasolini debuteert met het artikel ‘Contri i cappelli lunghi’, Tegen lang haar, als medewerker van het dagblad Corriere della Sera.

1974

  • 24 mei: Met zijn film Il fiore di mille e una notte, Bloem van duizend-en-een-nacht, opgenomen in Perzië, Noord- en Zuid-Jemen, Nepal, Ethiopië en India, won hij de Special Grand Prix op het filmfestival van Cannes.
  • 10 juni: Na het referendum over echtscheiding schreef hij een artikel in de Corriere della Sera.
  • 14 november: In het dagblad Corriere della sera beschuldigt hij de politieke partij Democrazia cristiana (D.C.) en de rechtse partijen ervan dat zij de werkelijke aanstichters van de bloedbaden zijn. Hij definieert de P.C.I. als ‘Een schoon land in een smerig land. (Wat is dit voor staatsgreep? Ik weet het.)

1975

  • 19 januari: Zijn tekst ‘Sono contro l’aborto’, Ik ben tegen abortus, verschijnt. Heftige polemieken laaien op.
  • 1 februari: De tekst Il vuoto del potere, Het machtsvacuüm, verschijnt. De tekst gaat over de verdwijning van de publieke vrouwen.
  • Mei: Zijn artikelen die verschenen in de Corriere della Sera verschijnen in de bundel Scritti corsari, Piratenschrijfsels.
  • 2 november: In de nacht van 1 op 2 november wordt hij ernstig mishandeld en vervolgens met zijn eigen auto overreden. De moord vindt plaats bij de monding van de Tiber: de Idroscalo di Ostia (zie hier).
  • De politie arresteert de 17 jarige Pino Pelosi, een ‘jongen uit het leven’.
  • 6 november: De dichter wordt begraven in Casarsa. David Maria Turoldo leidt de begrafenisceremonie.
  • 22 november: Albert Moravia houdt een ontroerende toespraak op het Filmfestival van Parijs ter gelegenheid van de voorvertoning van de film Salò o Le 120 giornate di Sodoma. De film zal een gecompliceerde juridische geschiedenis hebben.

1976

  • 26 april: De rechtbank veroordeelt Pino Pelosi tot gevangenis van negen jaar, zeven maanden en tien dagen voor ‘moord in samenwerking met onbekenden’.

1992

  • Uitgeverij Einaudi publiceert postuum de roman Petrolio .

2005

  • 7 mei: In een interview met de omroep Rai Tre beweert Pelosi dat hij het niet schuldig is aan de moord op Pasolini, maar drie onbekenden uit Zuid-Italië.

2015

  • 25 mei: Het gerechtelijk onderzoek naar de moord op Pier Paolo Pasolini wordt definitief afgesloten.

Aantekeningen bij Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven

  • Zie hier voor de andere artikelen over Pasolini op di weblog.

 

Pasolini Het Laatste Interview door Furio Colombo

De Italiaanse journalist Furio Colombo (1931) is een belangrijk personage in de cultuur en de politiek van Italië. Hij was dat ook in de tweede helft van de vorige eeuw. Hij was toen bevriend met schrijvers als Umberto Eco, Elsa Morante, Alberto Moravia. Ook Dacia Maraini hoorde daarbij. Van deze Romeinse kring maakte ook Pasolini deel uit. Colombo en Pasolini waren dan wel geen vrienden, maar goede kennissen die elkaar respecteerden en lazen. Colombo realiseerde met Pasolini het laatste interview.

Pasolini Het Laatste Interview

Het interview ademt een sfeer van vertrouwen en sympathie. Op zaterdag 1 november 1975 vond het gesprek plaats, in Pasolini’s woning in de Romeinse wijk EUR. Het begon om vier uur ’s middags en duurde ongeveer twee uur. In de nacht die erop volgde werd Pasolini vermoord in Ostia. Dit interview maakte daarom geschiedenis.

Pasolini werd op 5 november begraven. Op die dag hield Moravia zijn beroemde begrafenisrede. Zie hier. Drie dagen later, op 8 november 1975, verscheen het interview van Colombo in het dagblad La Stampa, waarvoor hij toen werkte. Het zou nooit meer worden vergeten. Het werd in 1999, 2005 en 2015 opnieuw uitgegeven. We zijn nu in 2022. In februari 2022 sprak de journalist en schrijver Antonio Gnoli (1949) met Furio Colombo over diens historische interview uit 1975. Een verdienstelijk idee om er na bijna vijfenveertig jaar met de maker over te spreken. Uit dit gesprek (gepubliceerd op 26 februari 2022) koos ik twee fascinerende thema’s en licht ze toe met citaten: 1. Pasolini’s wanhoop en Salò of de 120 dagen van Sodom, en 2. het gevaar dat ons allen bedreigt.

1. De vertwijfelde of wanhopige dichter

Achter de internationale erkenning en het prestige, die Pasolini zich als dichter, romanschrijver, polemist en regisseur had verworven, verschool zich een ‘vertwijfeld’ mens. Deze stelling, in de vorm van een vraag, legt Gnoli voor aan Colombo. Hij antwoordt:

Het stoorde hem buitengewoon dat zijn zeer heldere analyses en profetieën geen weerklank vonden. Het was voor Pasolini bitter dit te moeten vaststellen voor een Land dat hij waarnam als verdwaald, verloren en corrupt.

Pasolini publiceerde zijn maatschappijkritische analyses vooral in het grootste nationale dagblad Corriera della Sera en bereikte op die manier de culturele en politieke elite. In het gesprek met Colombo legt Antonio Gnoli een expliciet verband tussen Pasolini’s staat van ‘wanhoop’ en de omstreden film Salò, die hij kort voor zijn dood had voltooid. Colombo vertelt zijn tweeslachtige herinnering :

Ik zag de film in een privé-zaaltje. De montage was waarschijnlijk nog niet definitief. We waren met vier of vijf, waaronder Alberto Moravia en mogelijk ook Dacia Maraini. Gaandeweg voelde ik de weerzin en de afschuw in mij groeien. Maar ook een zekere bewondering voor de wanhopige moed waarmee hij het onuitspreekbare probeerde uit te spreken. Toen we het zaaltje uitliepen, voelden we ons bezwaard. Wij moesten immers iets zeggen over een werk dat niet classificeerbaar was.

Ik vertelde toen over een jeugdherinnering uit de oorlog. Het speelde in het dorp waar onze familie was gevlucht. Op weg naar school kwam ik langs een muur waarvoor vijf personen op de grond lagen. Ze waren gefusilleerd door de nazifascisten. Die herinnering gaf mij de gedachte in dat het uiteindelijke doel van Salò was om te laten zien dat de macht, als die obsceen wordt, dezelfde arbitraire dwang uitoefent over het lichaam.

Was Pasolini in die jaren – vraag ik mij af – wel een vertwijfeld man zoals Gnoli de lezer wil doen geloven? Kan zo iemand een film als Salò bedenken en maken?

Het verband en de context

Het verband tussen het expliciet antifascistische karakter van de film Salò en de gebeurtenissen in de jaren tussen 1969 en 1975 komt tot uiting in het tweede schokkende thema van het interview uit 1975. Pasolini stelt onomwonden: ‘We zijn allemaal in gevaar’, ‘Siamo tutti in pericolo’,. In levengevaar, want in het interview zegt hij ‘Jij weet niet wie op dit moment eraan denkt je te vermoorden.’ en iets verderop: ‘[…] terwijl wij hier met elkaar praten, is er iemand in de kelder die plannen maakt ons om te leggen.’ Maar vanwaar deze voorgevoelens in levensgevaar te zijn? Allereerst voor hem persoonlijk. Als onverschrokken polemist neemt hij ’s lands politieke wandaden op de korrel. Uit welke ideologische hoek dan ook. Niettemin heeft hij het vooal op het neofascisme gemunt. Wie herinnert zich niet de brutale neofascistische aanslag ‘Piazza Fontana’ in Milaan op 12 december 1969, die het decennium van bloedige aanslagen inluidde. 

2. De dood van Pasolini

In het interview uit 1975 verwees de dichter direct naar gevaar voor het leven. Hij verwees direct naar de dood. Het kon dan ook niet anders dat er in de jaren daarna allerlei theorieën over zijn dood opbloeiden. Ook Gnoli brengt het thema ter sprake in het gesprek met Colombo. Hij was immers een van de laatsten die met de dichter hadden gesproken. Op de vraag wat zijn visie is:

Veel gebeurtenissen in ons leven zijn onverklaarbaar. En dat geldt met name voor de dood. In het bijzonder als de gebeurtenissen zich hebben voltrokken zoals bij de dood van Pasolini.

Geloof jij aan het complot? Aan een samenzwering van de macht? Vraagt Gnoli.

Ik denk eenvoudig dat een antwoord niet gegeven kan worden. Op geen enkele manier. Ik geloof niet aan een complot. Maar ik meen dat de dynamiek van een gebeurtenis, ook die van een moord, een bouwkundige structuur als basis heeft.

Wat bedoel je ?

Ik wil zeggen dat die structuur bestaat, maar onzichtbaar is. Zoals bij een betonnen pilaar, die een structuur van ijzervlechtwerk heeft. Het blijft dus een mysterie. Maar waarom zouden we ons daarover moeten verbazen? Denk eens aan de delicten in Amerika die onopgelost bleven: van JFK en Martin Luther King tot Bob Kennedy. En hoeveel Italiaanse delicten bleven niet onopgelost! Meer zeg ik er niet over. Denk aan het beroemde artikel dat Pier Paolo een jaar voor zijn dood schreef. De titel is: ‘Wat is deze staatsgreep?’ en het begon zo: ‘Ik weet, maar ik heb geen bewijzen.’

De aanhangers van de theorie  van het complot dat er achter de tot gevangenisstraf veroordeelde moordenaar Pino Pelosi een of meer opdrachtgevers zaten, beroepen zich onder andere op dit artikel van Pasolini.

Aantekeningen bij Pasolini Het Laatste Interview

  • Het oorspronkelijke interview kan men hier in het Italiaans lezen. Een Nederlandse vertaling is opgenomen in het boek Vaarwel en beste wensen. Poëzie en polemieken, vertaald, samengesteld en ingeleid door Piet Joostens, Uitgeverij Polis, Antwerpen, 2016. Ik ken deze vertaling niet. 
  • Zie de Nederlandse wikipediapagina over PPP hier.
  • Voor andere artikelen over Pasolini op dit weblog zie hier.