Alberto Moravia: Nederlandse vertalingen van zijn werk

Deze pagina verschaft enige informatie over Alberto Moravia: Nederlandse vertalingen van zijn werk. Dat zijn er niet weinig. Ik heb er vijftien geteld, maar mogelijk is mij een enkele titel ontgaan.

Alberto Moravia: Nederlandse vertalingen van zijn werk
Foto: Archivio Istituto Luce, Ro,me.

De Italiaanse schrijver Alberto Moravia werd geboren in Rome op 28 november 1907. Hij overleed er op 26 settember 1990. Moravia schreef romans en verhalen, gedichten en reisreportages, teksten voor het theater en de film. Van zijn hand verschenen bovendien zeer veel filmcritieken in het weekblad L’Espresso.

Nederlandse vertalingen van Alberto Moravia’s werk

  1. Agostino, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1991. Oorspr. Agostino, 1944. Vertaling Corinna van Schendel. De eerste editie van deze vertaling verscheen in 1950 bij uitgeverij De Driehoek.
  2. De luipaardvrouw, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1991. Oorspr. La donna leopardo, Vertaling Rosita Steenbeek.
  3. Teruggevonden verhalen, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2006. Vertaling Marieke van Laaken.
  4. Hij en ik, Amsterdam: Amber. Vertaling Christine Quant.
  5. Desideria of het innerlijk leven, Bruna, 1980.
  6. Cecilia en de ontrouw
  7. Daar is Venus, zwaar als goud, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1991.
  8. Villa van de vrijdag
  9. Vrouw van Rome
  10. De conformist, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2002. Vertaling Jenny Tuin. Oorspr. Il conformista.
  11. De onverschilligen, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2005. Vertaling Frida Vogels.
  12. Romeinse verhalen
  13. De twee vrienden
  14. De voyeur, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1987.. Vertaling: Frédérique van der Velde. Oorspr. L’uomo che guarda, Milano: Bompiani, 1985.
  15. De reis naar Rome, Amsterdam: Wereldbibliotheek. Vertaling.
  16. De minachting, Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2011. Vertaling: Marieke van Laake. Eerder verschenen als Het spoor der herinnering. Utrecht: Bruna, 1963. (Zwarte beertjes. n° 651). Oorspr. Il disprezzo, 1954.

Aantekeningen bij Alberto Moravia: Nederlandse vertalingen

 

Alberto Moravia over Pasolini La ricotta, de Rechtzaak

Het onderstaande artikel van Alberto Moravia over Pasolini en de rechtzaak over de film La ricotta verscheen in het weekblad L’Espresso op 17 maart 1963. De Italiaanse titel ‘I santini del Pubblico Ministero’ heb ik vertaald als De bidprentjes van de Openbaar Aanklager. Verder heb ik tussenkopjes aangebracht en bovendien enkele illustraties opgenomen.

De bidprentjes van de Openbaar Aanklager

Na een hele dag in de rechtzaal om het proces tegen Pier Paolo Pasolini bij te wonen en er de eindeloos lange toespraken van de Officier van Justitie en de advocaten van de verdediging te hebben aangehoord, vielen we overmand door vermoeidheid in slaap. We droomden dat we ons in een salon van de Romeinse burgerij bevonden. Het was de typische salon van een hoge ambtenaar of een dergelijke lapzwans. Het meublement bestond uit de min of meer nep-antieke meubels, de Perzische tapijten, de lampenkappen, de banken, de fauteuils gebruikelijk voor dit soort woonkamers. In een kring rond de tafel zaten advocaten, ingenieurs, artsen en ambtenaren met hun echtgenotes. Op tafel de bekende dienbladen met drankjes en hapjes. Op een gegeven moment ontstond er een discussie over Pasolini’s laatste film.

Wonderlijk genoeg was hij zelf ook op deze plaats, die zo afweek van waar hij zich gewoonlijk ophield. Een goed uitziende en extroverte Zuid-Italiaanse advocaat van rond de veertig viel de film heftig aan. Hij noemde een aantal redenen van laten we maar zeggen gevoelsmatige aard. Hij doorspekte zijn woordenvloed met een indrukwekkende serie erudiete verwijzingen. Sommige aanwezigen vielen hem bij, anderen gaven hem ongelijk. Hun observaties gingen ook al met veel argumenten gepaard. De dames die niets begrepen van dit zo serieuze gepraat van hun echtgenoten zwegen en deden net alsof het konden volgen. Andere dames praatten onder elkaar. De gastvrouw was heel verheugd over haar zo geanimeerd verlopende ontvangst.  Ze stond af en toe op om het dienblad met de gebakjes te laten rondgaan en de glazen bij te vullen.

Arrestatie

Pasolini verdedigde zich met koppige zachtaardigheid. Hij probeerde uit te leggen waar de film over ging, maar slaagde er niet in enig begrip te wekken. Het verschil in mentaliteit, cultuur en zelfs de taal tussen hem en zijn tegenstanders was daar de oorzaak van. Bovendien werd hij overstemd door het de ontembare verbale agressie van de Zuid-Italiaanse advocaat. Er waren ook enkele aanwezigen die niet aan de discussie deelnamen en duidelijk maakten dat zij zich verveelden en naar huis wilden. Aan het einde van dit absurde proces – want dat was het gesprek – begroetten Pasolini en de anderen de gastvrouw en liepen naar de hal.

Maar hier, o wonder, namen twee stevige agenten Pasolini vast en deden hem handboeien om. Hij was gearresteerd. Op de protesten van Pasolini en enkele van zijn vrienden kwam een ​​grijze en zeer serieus ogende heer naar voren. Hij droeg een grijs costuum en was een van degenen die hadden gezwegen. Hij vertelde Pasolini dat hij was veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf wegens het tegenspreken van de advocaat van zijn tegenpartij. Pasolini moest begrijpen, voegde hij eraan toe, dat het eigenlijk een heel mild vonnis was. De mening van de advocaat was immers ook de mening van de meeste aanwezigen in deze salon en hij had niet beseft dat hij met zijn film de gasten had beledigd.

In de rechtzaal

Op dit moment werden we wakker en beseften we dat de gedroomde scène zich daadwerkelijk had afgespeeld in een rechtszaal van het Paleis van Justitie in Rome. Om precies te zijn in de rechtszaal waar tijdens het Ventennio de rechtszaken van het ‘Tribunaal bijzondere rechtspraak‘ werden gehouden.

Alberto Moravia over Pasolini La ricotta, de Rechtzaak

Dromen terzijde, het hof was echt aan het denken gezet terwijl het Officier van Justitie zijn requisitoir tegen Pasolini uitsprak:

Als deze man zich niet in een rechtszaal had bevonden, maar in een salon, zou hij waarschijnlijk minder praten. Hij zou ons zijn les over maniëristen  en overwegingen over de katholieke kerk hebben bespaard en zijn tegenpartij niet hebben bedreigd met de sancties van de wet. En iedereen zou weten dat hij zijn persoonlijke overtuiging naar voren bracht, dat wil zeggen zijn ideeën van een bepaalde goede samenleving waartoe hij behoort. en uiteindelijk zou het misschien zelfs mogelijk kunnen zijn om opvattingen uit te spreken die anders zijn dan de zijne, dat wil zeggen van een andere samenleving, en daar zou alles mee eindigen.

Maar, zou iemand kunnen zeggen, de Officier van Justitie gedroeg zich zo  omdat hij zich in een rechtszaal van het gerechtsgebouw bevond en niet in een salon. Wij antwoordden dat het waar was dat we in een rechtszaal waren en niet in een salon, maar dat de zaak waarover het ging helemaal geen materie voor een rechtszaal was.

Kunst: een ongrijpbare materie

Met andere woorden, het betrof een materie die algemeen ter discussie stond en onbehandelbaar met juridische instrumenten. In deze materie telde de mening van de Officier van Justitie zeker niet meer dan die van de advocaten van de verdediging. En ook niet meer dan de mening van iedere andere persoon op dat moment aanwezig in de rechtzaal. Het onderwerp was zo ongrijpbaar dat het hele proces absurd, onwaarschijnlijk en ongeloofwaardig werd. Deze zaak legitimeerde onze droom en contrasteerde met de pogingen hem te laten wegzinken in het drijfzand van de justitie.

Met hulp van de onstuimigheid van de Openbaar aanklager, met de ernst en plechtige stilte van de president en met de agenten in uniform. En het maakte de adelaars, de fakkels, de bundels (fasci), de kolommen en alle andere belachelijke symbolen van het monsterlijke gerechtsgebouw in Rome volkomen onwerkelijk. Het gebouw dateerde uit het tijdperk van de Art Nouveau en was de uitdrukking van het idee van rechtvaardigheid van de bourgeoisie. Het gebouw was saai maar ook angstaanjagend.

De bijgelovige burgerij vond in de Officier van Justitie een steunpunt in deze twijfelachtige en ongrijpbare materie.  Ontelbare keren was ze diepgaand besproken. maar bleef desondanks onzeker en geheel incoherend. Want van deze aard was de materie van de kunst en van de artistieke uiting van religieuze gevoelens. Maar ook in Pasolini was een steunpunt aanwezig. Dat van de Officier van Justitie was herkenbaar in zijn maatschappelijke positie, dat van Pasolini lag in zijn religiositeit. Laat ik eerst stilstaan bij de Officier van Justitie en de veroordeling van Pier Paolo Pasolini, die hij vroeg en verkreeg. Hij beschuldigde Pasolini van ‘belediging van de  religie’. In werkelijkheid had hij hem moeten beschuldigen van de misdaad ‘belediging van de midden- en kleinburgerij’.

Orson Welles

En niet zozeer omdat Pasolini de acteur Orson Welles in zijn rol van regisseur had laten zeggen: ‘Italië heeft het meest analfabetische volk en de meest onwetende bourgeoisie van Europa’. En ook niet omdat ‘de doorsnee mens een monster is, een gevaarlijke criminele racist, een conformist, slavenhouder, kolonialist en een onverschillige’. Maar bovenal omdat hij deze bourgeoisie, deze doorsnee mensen, had aangevallen in wat hun metafysische rechtvaardiging vormt. Als we het op de marxistische manier willen uitdrukken: in wat bestaat uit de bovenbouw van hun fundamentele structuur.

Pasolini had de katholieke religie zeker niet belasterd. (En het is om deze reden en niet uit conformistische angst, dat veel katholieken en priesters, die de religieuze opvattingen van de bourgeoisie niet delen, de film La Ricotta niets te verwijten  hadden.) Maar hij had de Italiaanse middenklasse belasterd door kritiek op het idee dat zij heeft van de katholieke religie. En wat was dit idee? Het idee dat tot uitdrukking komt in de driekleurige bidprentjes, in de oleografiën onder glas, in de beeldjes gekleurd gips, kortom in de  afschuwelijke prullaria en heilige snuisterijen waarvan de stijl een paar eeuwen geleden voor eens en voor altijd werd vastgelegd door de iconografische vorm die Raphael gaf aan de figuren uit het Oude en Nieuwe Testament en door een klein deel van de maniëristen.

Het was een idee, laten we eerlijk zijn, absoluut overleefd, zoetsappig, conventioneel, voorschriften, fetisjistisch, afgodisch, bijgelovig: een idee, om het te definiëren met een enkel woord, conventioneel, dat wil zeggen, volledig verstoken van religieuze inhoud en speciaal gemaakt voor het gemak van een samenleving die ook volledig onreligieus is.

Pasolini’s versie van De Passie

Pasolini had de leegte en dorheid van dit idee laten zien met het zeer eenvoudige en bekende expressionistische procedé dat eruit bestaat ons onder de conventioneel geposeerde gezichten van de Heilige Familie de echte gezichten te tonen van de corrupte en de gevallen menselijke familie van deze jaren van genade. Nogmaals, het is een procedé zo oud als de schilderkunst.  De precedenten kan men vinden in de groteske kunst van schilders als Bruegel en Bosch. Maar ook in het  werk van Duitse expressionisten van de jaren na eerste eerste wereldoorlog. Maar voor de Officier van Justitie, bewonderaar van de maniëristen, had de film het effect van heiligschennis. De aanklager meende een belediging van de religie te zien waar slechts een andere artistieke opvatting werd uitgedrukt.

Misschien is het nuttig om op dit punt de anekdote in herinnering te roepen van Bernard Berenson. Nadat hem was verteld dat Jezus aan paus Pius XII was verschenen, stelde hij slechts één vraag: ‘In welke stijl?’ En daarmee zijn we terug bij Pier Paolo Pasolini. We hebben gezegd dat er in dit uiterst twijfelachtige, glibberige en ongrijpbare vraagstuk van de artistieke uitdrukking van religieuze gevoelens niettemin een vast punt in hem bestond: zijn religiositeit.

En inderdaad: in die rechtszaal was Pasolini de enige echt religieuze persoon. De Officier van Justitie bewoog zich op de uitgedroogde grond van de ter ziele gegane traditie, dat wil zeggen van driekleurige bidprentjes, van gekleurde gipsbeeldjes, van de bondieuserie om het in het Frans te zeggen. Dit is de traditie van de religie die onze kleinburgerij aanspreekt. En alleen Pasolini kon de Lijdensgeschiedenis nieuw leven inblazen. Deze sublieme geschiedenis die ooit zo vruchtbaar was en vandaag zo steriel.

Pasolini’s versie

Pasolini bleek in staat Christus, Maria en de heiligen los te maken uit de onbeduidende theatrale poses waarin drie eeuwen conventionaliteit van de Contrareformatie hen hadden opgesloten. Hij laat ze op een nieuwe manier leven en bewegen. Tussen de ruïnes en op de grasvelden nabij de Romeinse buitenwijken, met op de achtergrond de in gewapend beton opgetrokken nieuwbouw. Met de doornenkroon verdedigde de Officier van Justitie de religie dierbaar aan een zekere Italiaanse maatschapij. Pasolini had zich beperkt tot het ernstig nemen van een thema uit het evangelie. Pasolini’s religiositeit herkende men in het feit dat hij poëtisch aan materiaal dat  definitief onpoëtisch leek en daarom werd overgelaten aan de commerciële mooipraterij van de fabrikanten van heilige voorwerpen.

Wij geloven dat in de capaciteit om poëzie te inspireren het overtuigende bewijs ligt van de geldigheid, vitaliteit en het belang van een religie.  Te oordelen naar de katholieke artistieke productie van onze tijd, die het Openbaar Ministerie zo aanspreekt, van de schilderijen die maniëristische kopiën zijn , tot de films van Cecil De Mille, lijkt het erop dat Christus net zo dood is als Jupiter, Apollo en Venus. Te oordelen naar de als men wil onaangename, gewelddadige, schreeuwerige, maar ook vitale en actuele film La Ricotta van Pasolini, krijgt men de indruk dat Christus springlevend en actief is en de christelijke religie geen fossiel zoals vele andere religies die haar in de geschiedenis voorafgingen.

Doornenkroon

De Officier van Justitie toonde de zorgvuldigheid eigen aan degenen die niet geloven in wat ze niet zien. Hij liet een moviola in de rechtszaal brengen om de .rechtbank alle vijfentwintig punten te tonen die naar zijn overtuiging  Pasolini’s veroordeling rechtvaardigden. Nu is het opmerkelijk dat juist die punten waarin Pasolini’s religiositeit het krachtigst en duidelijkst tot uitdrukking komen, door de Officier van Justitie als de meest schandalige en de meest oneerbiedige werden beschouwd.

Nemen we als voorbeeld de sequentie van de doornenkroon. Nadat  allerlei duvelstoejagers en assistenten van de regisseur in verschillende toonaarden, van minachting tot vermoeidheid en verveling, riepen: ‘De kroon’, verschijnen op het lege scherm twee handen die de doornenkroon van Jezus vasthouden. Het vereist geen grote deskundigheid in de filmtechniek om in de vertraging van de beelden en de camera ingezoomd op de doornenkroon in het midden van het lege scherm een verwijzing te zien. Een teken van verering en religieuze contemplatie. Als de Officier van Justitie zich van de betekenis van dit beeld niet bewust was, blijkt daaruit dat hij de taal van de filmkunst niet kende. De luttele seconden dat de doornenkroon op het scherm prijkt, zijn de seconden van Pasolini’s religie. Het requisitoir van negentig minuten van de Officier zijn niet de moeite waard.

Een niet gerechtvaardigde verdediging

Het proces tegen Pier Paolo Pasolini toonde de ware religie en de conventionele, de religieuze gevoelens en de onverdraagheid, de levende kunst en commerciële, de verdediging van poëzie en die van de samenleving.

We hebben eerder gezegd dat het beter zou zijn geweest Pasolini niet het beledigen van de religie ten laste te leggen, maar van de bourgeoisie. Wij willen echter niet verkeerd begrepen worden. Pasolini wilde niemand beledigen. Noch de kleine burgerman, noch de welgestelde bourgeoisie. Niemand. Hij verlangde slechts een speciaal kunstwerk te maken en daar is hij naar onze mening volledig in geslaagd. Het was de midden- en kleinburgerij die zich beledigd voelde. Deze burgerij identificeert zich met de Italiaanse Staat en meent haar beledigen gelijk staat aan een belediging van de Staat. De Officier van Justitie zei dat hij onze vrijheid wilde verdedigen tegen mensen als Pasolini, die haar willen ‘ontvoeren’. Wij zeggen dan: ‘Laat dit soort verdediging van de vrijheid achterwege.’

Het lijkt ons dat de vrijheid helemaal niet wordt verdedigd door de voorkeuren en ideeën van een kleine groep burgers toe te schrijven aan een heel land. Wij zijn er daarentegen van overtuigd dat de bourgeoisie, waarvan de Openbaar Aanklager zich tot woordvoerder heeft gemaakt, in wezen veel beter is dan hij denkt. En dat zij helemaal niet verdedigd hoeft te worden met inbeslagnames en gevangenissen. Integendeel, juist verlicht, geïnstrueerd en geholpen kan worden door een ander begrip van kunst en cultuur.

Aantekeningen bij Alberto Moravia over Pasolini

  • Een pdf van het origineel is hier.
  • Zie hier voor alle artikelen over Pasolini op dit weblog.
  • Op YouTube is La Ricotta met Franse ondertiteling beschikbaar, zie hier.

 

Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven

Deze tijdtabel stopt niet op 2 november 1975. De dag dat Pasolini werd vermoord. De dichter was na zijn gewelddadige dood nooit afwezig uit de openbare leven van Italië. Zijn omvangrijke literaire en cinematografische nalatenschap is continue thema van onderzoek en studie. Met de herdenking van zijn 100-jarige geboortedag nemen de activiteiten in het hele land toe, maar vooral in de hoofdstad Rome waar de dichter het grootste deel van zijn leven woonde en werkte.

1922

  • 8 maart: Pasolini wordt geboren in Bologna. Zijn moeder is Susanna Colussi (1891-1981), onderwijzeres van beroep en afkomstig uit Casarsa in Friuli. Zijn vader is Carlo Alberto Pasolini.

1928

  • De vader wordt gearresteerd vanwege schulden.
  • Moeder verhuist met haar zoontjes Pier Paolo en Guido (1925-1945) naar haar geboorteplaats Casarsa.

1937

  • Het gezin verhuist naar Bologna. Pasolini bezoekt het gymnasium Galvani.

1939

  • Pier Paolo slaat de derde klas van het gymnasium over en in de herfst slaagt hij voor de eindexamens.
  • Hij gaat naar de Letterenfaculteit aan de Universiteit van Bologna. Elke dag leest hij ‘anderhalf boek’. Hij bezoekt regelmatig een filmclub. Hij is enthousiast over René Clair, Jean Renoir en Charlie Chaplin. En hij doet veel aan sport, met een voorliefde voor voetbal.

1942

  • 14 juli: Hij publiceert in het Friulisch de bundel Poesia in Casarsa. Hij betaalt zelf de uitgave.
  • In het nationaalsocialistische Duitsland neemt hij in de stad Weimar deel aan een bijeenkomst van studenten uit fascistische landen.
  • November: Hij werkt mee aan het tijdschrift Il Setaccio, dat wordt uitgegeven door de Bolognese afdeling van de fascistische jongerenorganisatie, Gioventù Italiana del Littorio. De term littorio is synoniem voor fascisme.

1943

  • 1 september: In Pisa volgt hij een opleiding voor officieren.
  • 8 september: De Duitsers nemen in Livorno zijn legereenheid  gevangen, maar    Pasolini neemt de benen naar Casarsa.

1945

  • 12 februari: Zijn broer Guido, drie jaar jonger, een verzetstrijder van de Osoppo-brigade, wordt tijdens het bloedbad van Porzûs gedood door communistische aanhangers van Tito.
  • 26 november. Aan de Universiteit van Bologna studeert hij magna cum laude af op een scriptie over de dichter Giovanni Pascoli.

1947

  • Hij wordt lid van de Partito Communista Italiana (P.C.I.) bij de afdeling San Giovanni in Casarsa. Van deze afdeling zal hij later voorzitter worden.
  • Twee jaar lang is hij leraar letterkunde aan de middelbare school van Valvasone, in de buurt van Casarsa.

1949

  • 26 oktober: Hij wordt aangeklaagd voor obsceen gedrag met minderjarigen.
  • De P.C.I. royeert hem ‘wegens morele en politieke onwaardigheid’.
  • De middelbare school van Valvasone ontslaat de leraar Pasolini.
  • 28 december: Hij wordt vrijgesproken van de beschuldiging van obsceen gedrag met minderjarigen.

1950

  • 28 januari: Pasolini verlaat hij Friuli en vestigt zich met zijn moeder voorgoed in Rome.
  • Zijn vader voegt zich na een jaar bij hen.

1951

  • December: Hij geeft les op een middelbare school in Ciampino.

1952

  • December: Hij bezorgt de bloemlezing Poesia dialettale del Novecento (Twintigste eeuwse poëzie in dialect). Uitgever: Guanda, 1952.

1953

  • Maart: Met de schrijver Giorgio Bassani werkt hij aan het script van de film La donna del fiume van regisseur Mario Soldati.

1955

  • April: Uitgever Garzanti publiceert de roman Ragazzi di vita. Het boek is een succes bij de lezers en de critici.
  • Op 21 juli dient de Italaanse minister-president bij het Openbaar Ministerie een aanklacht in vanwege het vermeende ‘pornografische karakter’ van het boek. De aanklacht leidt tot een proces.
  • Een jaar later wordt Pasolini vrijgesproken, mede dankzij de verklaringen van Giuseppe Ungaretti en Carlo Bo.
  • In mei richten Pasolini, Francesco Leonetti en Roberto Roversi in Bologna het tijdschrift Officina op. Het zal na 4 jaar ophouden te bestaan.

1956

  • Met Sergio Citti schrijft hij voor Fellini’s film Le notti di Cabiria de dialogen in het Romeinse dialect.

1957

  • Juni: Met de dichtbundel Le ceneri di Gramsci wint hij de belangrijke literaire prijs Viareggio.

1958

  • Mei: Bij uitgeverij Longanesi verschijnt de dichtbundel L’usignoli della chiesa cattolica.
  • 19 december: Zijn vader Carlo Alberto overlijdt.

1959

  • April: De roman Una vita violenta, Een gewelddadig leven, wordt genomineerd voor de literaire prijs  Strega.
  • De roman wint later de ‘Stad Crotone’ prijs.

1960

  • Januari: Hij speelt een rol in de film Il Gobbo van regisseur Carlo Lizzani. Zie hier een journaalfilmpje van 30 seconden over de acteur Pasolini.
  • September: Pasolini publiceert bij uitgeverij Garzanti de essaybundel Passione e ideologia, Hartstocht en ideologie.
  • 30 november: De uitgever Scheiwiller publiceert in 600 genummerde exemplaren Pasolini’s dichtbundel ROMA 1950: diario, Milaan: All’insegna del pesce d’oro.
  • December: Hij vertrekt naar India in gezelschap van Alberto Moravia en Elsa Morante. Hij verzorgt voor het dagblad II Giorno een serie reportages, die hij vervolgens publiceert in het boek L’odore dell’India.

1961

  • 31 augustus: Met zijn eerste film Accattone neemt neemt hij deel aan het filmfestival van Venetië.
  • 23 november: De première van Accattone in de Romeinse bioscoop Barberini wordt onderbroken door het geweld van een groep neofascisten.

1962

  • Maart: De film Una vita violenta wordt uitgebracht. Zie hier een wikipagina. De première vindt plaats in de Romeinse bioscoop Quattro Fontane. Aanwezig was ook de Italiaanse President Pietro Nenni. Zie hier een foto.
  • Mei: De roman Il sogno di una cosa, De droom over iets, komt in de boekhandel.
  • 22 september: De film Mamma Roma gaat in Rome in première in de bioscoop Quattro Fontane. In de hoofdrol Anna Magnani. Pasolini wordt bij het verlaten van de bioscoop aangevallen door een groep neofascisten maar hij laat zich niet intimideren.

Pier Paolo Pasolini chronologie

1963

  • 1 maart: De film La Ricotta, een van de vier episoden die samen de film RoGoPaG vormen, wordt in beslag genomen op beschuldiging van ‘belastering van de staatsgodsdienst’. De juridische actie werd in gang gezet door Giuseppe Di Gennaro, de Openbare Aanklager.
  • 7 Maart: Het vonnis is vier maanden gevangenisstraf. In hoger beroep volgt vrijspraak.
  • In het weekblad Espresso schrijft Alberto Moravia: ‘Het zou veel correcter zijn geweest om de regisseur de schuld te geven van het beledigen van de waarden van de Italiaanse kleine en middelgrote bourgeoisie.’
  • 27 juni: Hij reist naar het Heilige Land waar hij de documentaire Sopraluoghi in Palestina opneemt.

1964

  • 6 maart: Het Hoger Gerechtshof in Rome spreekt Pasolini vrij van de aanklacht ‘belediging van de staatsgodsdienst’.
  • Mei: Hij publiceert de dichtbundel Poesia in forma di rosa, Poëzie in de vorm van een roos.
  • 4 september: Op het filmfestival van Venetië wordt zijn film Il Vangelo secondo Matteo, Het evangelie volgens Matteüs, bekroont met de Zilveren Leeuw.

1966

Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven
2e druk, november 1975
  • Februari: Uitgeverij Garzanti brengt het boek Uccellacci e Uccellini: Un film di Pier Paolo Pasolini  op de markt.
  • 13 mei: Op het filmfestival van Cannes debuteert hij met de film Uccellacci e Uccellini.
  • September: Pasolini maakt zijn eerste reis naar Amerika. Oriana Fallaci interviewt hem voor het blad Europeo met de titel ‘Un marxista a New York’, Een marxist in New York.

1967

  • 26 oktober: In Venetië interviewt Pasolini de dichter Ezra Pound voor de Rai.

1968

  • 16 juni: Na de oproeren in Valle Giulia in Rome schrijft hij een gedicht waarin hij sympathiseert met de politieagenten. Het heeft als titel I Pci ai Giovani! en was bedoeld voor het tijdschrift Nuovì Argomenti. Het weekblad Espresso legt er de hand op en publiceert het eerder.
  • 4 september: In Venetië wordt zijn film Teorema in beslag genomen op beschuldiging van ‘obsceniteiten’.

1970

  • 12 december: Met politieke activisten van Lotta Continua neemt Pasolini de documentaire ‘12 december op Piazza Fontana’ op.

1971

  • 16 februari: De RAI televisie zendt de documentaire Le mura di Sana’a, De muren van Sana’a, uit. Pasolini filmde de documentaire in Noord-Jemen en was een appèl aan de Unesco.
  • April: Zijn dichtbundel Trasumanar e organizzar verschijnt.
  • 29 juni: De film Decameron wint de Zilveren Beer op het Festival van Berlijn

1972

  • April: Pasolini publiceert de essaybundel Empirismo eretico, Ketters empirisme.
  • 2 juli: Op het Filmfestival van Berlijn wint zijn film I racconti di Canterbury de Gouden Beer voor de beste film.

1973

7 januari: Pasolini debuteert met het artikel ‘Contri i cappelli lunghi’, Tegen lang haar, als medewerker van het dagblad Corriere della Sera.

1974

  • 24 mei: Met zijn film Il fiore di mille e una notte, Bloem van duizend-en-een-nacht, opgenomen in Perzië, Noord- en Zuid-Jemen, Nepal, Ethiopië en India, won hij de Special Grand Prix op het filmfestival van Cannes.
  • 10 juni: Na het referendum over echtscheiding schreef hij een artikel in de Corriere della Sera.
  • 14 november: In het dagblad Corriere della sera beschuldigt hij de politieke partij Democrazia cristiana (D.C.) en de rechtse partijen ervan dat zij de werkelijke aanstichters van de bloedbaden zijn. Hij definieert de P.C.I. als ‘Een schoon land in een smerig land. (Wat is dit voor staatsgreep? Ik weet het.)

1975

  • 19 januari: Zijn tekst ‘Sono contro l’aborto’, Ik ben tegen abortus, verschijnt. Heftige polemieken laaien op.
  • 1 februari: De tekst Il vuoto del potere, Het machtsvacuüm, verschijnt. De tekst gaat over de verdwijning van de publieke vrouwen.
  • Mei: Zijn artikelen die verschenen in de Corriere della Sera verschijnen in de bundel Scritti corsari, Piratenschrijfsels.
  • 2 november: In de nacht van 1 op 2 november wordt hij ernstig mishandeld en vervolgens met zijn eigen auto overreden. De moord vindt plaats bij de monding van de Tiber: de Idroscalo di Ostia (zie hier).
  • De politie arresteert de 17 jarige Pino Pelosi, een ‘jongen uit het leven’.
  • 6 november: De dichter wordt begraven in Casarsa. David Maria Turoldo leidt de begrafenisceremonie.
  • 22 november: Albert Moravia houdt een ontroerende toespraak op het Filmfestival van Parijs ter gelegenheid van de voorvertoning van de film Salò o Le 120 giornate di Sodoma. De film zal een gecompliceerde juridische geschiedenis hebben.

1976

  • 26 april: De rechtbank veroordeelt Pino Pelosi tot gevangenis van negen jaar, zeven maanden en tien dagen voor ‘moord in samenwerking met onbekenden’.

1992

  • Uitgeverij Einaudi publiceert postuum de roman Petrolio .

2005

  • 7 mei: In een interview met de omroep Rai Tre beweert Pelosi dat hij het niet schuldig is aan de moord op Pasolini, maar drie onbekenden uit Zuid-Italië.

2015

  • 25 mei: Het gerechtelijk onderzoek naar de moord op Pier Paolo Pasolini wordt definitief afgesloten.

Aantekeningen bij Pier Paolo Pasolini Chronologie van zijn leven

  • Zie hier voor de andere artikelen over Pasolini op di weblog.