TV-toespraak van Antonio Scurati gecensureerd

De Italiaanse schrijver Antonio Scurati verwierf internationale roem door zijn historische romans over Mussolini. Ze verschenen ook in het Nederlands. Scurati had op zaterdag 20 april een toespraak moeten houden op de derde nationale zender: RAI Tre. De Algemene Directie van de staatstelevisie stak daar echter een stokje voor. Zij annuleerde de aanwezigheid van de beroemde schrijver in het populaire praatprogramma “Che sarà”. Dus ging de TV-toespraak van Antonio Scurati over de Italiaanse bevrijdingsdag niet door. Voor de afzegging gaf men redenen van economische aard. Men vond de beloning van 1800 euro voor zijn korte optreden blijkbaar te hoog. Dat kon Bruintje TV niet trekken. En het vuur de polemiek laaide meteen hoog op.

Voor de eerste minister Meloni komt een beschuldiging van censuur bijzonder ongelegen. Want dat was het volgens de progressieve oppositie. Aan die kant van het politieke spectrum nam niemand het argument van de centjes serieus. Giorgia Meloni hoefde niet lang na te denken en ging over tot de aanval. Zij becommentarieerde en publiceerde de korte lezing van de beroemde schrijver op haar eigen social media account. Daarmee ‘bewees’ zij dat haar regering geen censuur tolereerde. Zij maakte met haar (door haar aanhangers) ‘moedig’ genoemde actie de ingreep van de zuinige mannen van de Staat-TV niet ongedaan. Noch neemt zij de verdenking van censuur weg. Meloni had nog een argument. Hieronder eerst haar reactie en daarna de tekst van Scurati.

Meloni’s begeleidende tekst

In een Italië vol problemen – schrijft de premier op Facebook – klaagt links ook vandaag weer een kwestie aan. Deze keer gaat het om de vermeende censuur van een toespraak van Scurati om 25 april te vieren. Links roept luidt regime, de RAI antwoordt dat het simpelweg weigerde 1800 euro (het maandsalaris van veel werknemers) te betalen voor een monoloog van één minuut. Ik weet niet wat de waarheid is, maar ik publiceer om twee redenen met plezier de tekst van de monoloog (waarvoor ik hopelijk niet hoef te betalen):

1) Wie altijd werd tegengewerkt en gecensureerd door de openbare omroepen zal nooit vragen om iemand te censureren. Zelfs niet van degenen die vinden dat je voor je anti-regeringspropaganda betaald moet met geld van de burgers. 2) Opdat de Italianen vrij kunnen oordelen over de inhoud. Veel leesplezier.

Tot zover de Italiaanse eerste minister Giorgia Meloni. Het vet in de tekst is van haar. Hieronder volgt mijn vertaling van Scurati’s toespraak.

De Toespraak van Antonio Scurati

Giacomo Matteotti werd op 10 juni 1924 vermoord door fascistische huurmoordenaars. Vijf van hen wachtten hem op voor zijn huis, allemaal squadristi uit Milaan. Professionals in geweld, ingehuurd door de naaste medewerkers van Benito Mussolini. Het parlementslid Matteotti, de leider van de Verenigde Socialistische Partij, was de enige persoon in het Parlement die zich nog openlijk verzette tegen de fascistische dictatuur. Hij werd op klaarlichte dag in het centrum van Rome ontvoerd. Hij vocht tot het laatst, zoals hij zijn hele leven gevochten had. Ze staken hem dood en schendden zijn lijk. Ze vouwden het op om het in een te kleine, provisorisch gegraven kuil te stoppen. Mussolini werd onmiddellijk op de hoogte gesteld.

Behalve de schuld aan deze misdaad laadde hij ook de schande door de weduwe te beloven, dat hij er alles aan zou doen om haar man terug te brengen. Tijdens het uitspreken van deze belofte zat de Duce van het Fascisme aan het bureau met in een la de met bloed besmeurde papieren van het slachtoffer  In deze bedreiglijke lente herdenken we echter niet alleen de politieke moord op Matteotti. We herdenken ook de nazi-fascistische massamoorden die in 1944 werden gepleegd door de Duitse SS, met de medeplichtigheid en medewerking van Italiaanse fascisten.

Ik noem de Fosse Ardeatine, Sant’Anna di Stazzema, Marzabotto. Dit zijn slechts enkele van de plaatsen waar Mussolini’s duivelse medestanders koelbloedig duizenden weerloze Italiaanse burgers afslachtten. Onder hen waren honderden kinderen en zuigelingen. Velen werden levend verbrand, sommigen onthoofd.

Twee trieste verjaardagen

Deze twee gelijktijdige en trieste verjaardagen – de lente van ’24, de lente van ’44 – zeggen dat het fascisme gedurende zijn hele historische bestaan – niet alleen aan het eind of af en toe – een onherstelbaar fenomeen was van systematisch moorddadig en massaal politiek geweld. Zullen de erfgenamen van die geschiedenis dit voor één keer erkennen? Alles wijst er helaas op het tegendeel. De postfascistische regering, die de verkiezingen van oktober 2022 won, kon twee mogelijke wegen inslaan. Enerzijds kon zij haar neofascistische verleden verwerpen, anderzijds proberen de geschiedenis te herschrijven. De regering koos zonder twijfel de tweede weg.

Na het thema in de verkiezingscampagne te hebben vermeden, heeft de premier, toen ze door historische jubilea werd gedwongen er over te spreken, koppig vastgehouden aan de ideologische lijn van haar neofascistische cultuur van herkomst. Zij heeft zich gedistantieerd van de onverdedigbare gruweldaden van het regime (de Jodenvervolging) zonder echter ooit de fascistische ervaring als geheel te verwerpen. Ze heeft de massamoorden die met medeplichtigheid van de fascistische republikeinen zijn gepleegd alleen aan de nazi’s toegeschreven.

Antifascisme

Tot slot heeft ze de fundamentele rol van het verzet in de Italiaanse wedergeboorte ontkend. Zij kwam er nooit toe om ter gelegenheid van 25 april 2023 het woord ‘antifascisme’ uit te spreken. Op dit moment staan we opnieuw aan de vooravond van de verjaardag van de bevrijding van het nazi-fascisme.

Het woord dat de premier weigerde uit te spreken zal steeds opnieuw klinken uit de dankbare monden van alle oprechte democraten. Of ze politiek van linkse, centrum of rechtse huize  zijn. Zolang dat woord – antifascisme – niet wordt uitgesproken door degenen die ons regeren, zal het spook van het fascisme blijven ronddwalen in het huis van de Italiaanse democratie.

TV-toespraak van Antonio Scurati

Het is geen geheim dat de schrijver Scurati in de politieke partij van Meloni een continuïteit met het fascistische verleden van Italië waarneemt. Het is een door velen gedeelde opvatting. De uitmuntende kenner van het Italiaanse fascisme, de hoogleraar en historicus Emilio Gentile, beschouwt die periode echter als een afgesloten tijdperk. Hij wijst die continuïteit van de hand. Zie hier een artikel over hem. Natuurlijk zijn er in het land niet weinig die enthousiast terugkijken op het regiem van de Duce. Er zijn ook neofascistische groeperingen die het geweld niet schuwen. Over die dreiging moet niet men niet te licht denken en waakzaamheid betrachten.

Aantekeningen bij de TV-toespraak van Antonio Scurati

  • De plaats is bekend vanwege de massaslachting op 560 burgers van de lokale bevolking. De moordpartij werd aangericht door de 16. SS-Panzergrenadier-Division Reichsführer SS op 12 augustus 1944.
  • Over het bloedbad van Marzabotto zie deze pagina.

 

 

Rome 1923 Gedenkwaardige dagen in de hoofdstad

In het jaar 1923 werkt eerste minister Mussolini aan de consolidatie van zijn recent verworven machtspositie. Heel belangrijk is het wetsvoorstel voor de kieswet van het kamerlid Giacomo Acerbo dat de Kamer in juli aanneemt. De verkiezingen in 1924 zouden de fascistische partij aan de overwinning helpen.  In ‘Rome 1923 Gedenkwaardige dagen’ een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in de Italiaanse hoofdstad.

1 januari

  • Benito Mussolini houdt zijn eerste nieuwjaarstoespraak in de regeringszetel Palazzo Chigi. In de rede stelt hij dat de fascistische revolutie onvermijdelijk en onomkeerbaar is.

9 januari

  • Het eerste nummer van het tijdschrift Roma. Rivista di studi e di vita romana.  verschijnt. De hoofdredacteur is Carlo Galassi Paluzzi (1893-1972).

Rome 1923 Gedenkwaardige dagen in de hoofdstad

12 januari

  • In de avond houdt de Grote Raad van het fascisme zijn eerste vergadering van dit jaar.

14 januari

  • De Vrijwillige militie voor de staatsveiligheid wordt per Koninklijk decreet n° 31 ingesteld. De gewapende Militie staat onder direct gezag van Benito Mussolini.

21 januari

  • De staatsmunt slaat munten van 1 en 2 lire. Aan één zijde de afbeelding van de koning, aan de andere het Fascio littorio. Voor het eerst op munten in deze kombinatie.

1 februari

  • Mussolini kondigt tijdens de ministerraad aan dat de gewapende knokploegen zullen worden ontbonden.

3 februari

  • Amadeo Bordiga (1889-1970) wordt gearresteerd en blijft tot oktober in de gevangenis.

13 februari

  • De Grote raad – in vergadering bijeen in de hoofdstad – kondigt aan dat het fascisme en de vrijmetselarij onverenigbaar zijn.

1 maart

  • De gemeenteraad wordt ontbonden. Burgemeester Cremonesi krijgt de functie van Commissaris van de Koning.
  • Arrestatie van Giacinto Menotti Serrati (1872-1926), tegenstander van Mussolini.

19 april

  • De ministerraad neemt op voorstel van Mussolini een ontwerp aan waarin de Dag van de arbeid op 1 mei wordt afgeschaft. De nieuwe datum wordt 21 april, de geboortedag van de stad Rome. 

25 april

  • De Grote raad aanvaart het wetsvoorstel Acerbo voor de hervorming van de kieswet.

27 april

  • De ministerraad neemt het voorstel tot onderwijshervorming van Giovanni Gentile aan. Gentile is de minister van onderwijs.

3 mei

  • In 1923 zullen zes postzegels verschijnen ter herdenking van de mars op Rome en het aan de macht komen van het fascisme.

7 mei

  • De koning van Engeland George V brengt een bezoek aan de hoofdstad.

15 juni

  • In Rome richt Giuseppe Bottai het tweewekelijkse tijdschrift Critica fascista op.

21 juli

De Kamer neemt de kieswet Acerbo aan met 223 stemmen voor en 21 tegen. De wet voorzag in een meerderheidspremie. De partij die de meeste stemmen behaal –  maar minimaal 25 % – krijgt automatisch 2/3 van de zetels. De wet was bestemd voor de parlementsverkiezingen van 1924.

24 oktober

Op deze dag verschrijnen de postzegels ter herinnering van de mars op Rome. De waarden zijn 5, 2 en 1 lire, en 50, 30 en 10 cent. Op de afbeelding het fascio littorio, maar geen verwijzing naar het koningkrijk.

Rome 1923 Gedenkwaardige dagen

26 oktober

  • Amadeo Bordiga wordt vrijgelaten.

28 tot 31 oktober

  • Op deze vier dagen de viert men het eerste jaar van de mars op Rome. In Milaan op 28, in Bologna op 29, in Perugia op 30 en op 31 oktober in Rome. In de hoofdstad een optocht van Piazza del Popolo naar het Quirinaal en vervolgens naar het Graf van de Onbekende Soldaat.

15 november

  • Opening van de Biennale di Roma.

19 november

  • De koning van Spanje brengt een bezoek aan Rome.

26 november

  • In de via del Corso opent het nieuwe warenhuis Magazzini Piperni zijn deuren.

16 november

  • De Accademia Ponteficio delle Scienze wordt officieel geopend in Vaticaanstad.

19 december

  • De werkgeversorganisaties en de fascistische vakbonden sluiten in Rome het zogenaamde Pact van Palazzo Chigi. Het verdrag kreeg deze naam omdat het gesloten werd in het paleis van de regering. Eerste minister Benito Mussolini bemiddelde.

26 december

  • In de stad gaat een knokploeg van vier fascisten het liberale kamerlid Giovanni Amendola (1882-1926) met stokken te lijf. Hij loopt ernstige hoofdwonden op..

Terug naar 1922
Ga naar 1924
Naar alle jaren

Aantekeningen bij Rome 1923 Gedenkwaardige dagen

  • Het tijdschrift Roma is na de Tweede Wereldoorlog voorgezet als Studi romani. Het is hier digitaal te raadplegen en in PDF te downloaden.
  • Voor Amadeo Bordiga zie hier een Engelse een wikipedia pagina.
  • Van de periode van 1900 tot 1922 maakte ik voor elk jaar een kalender. Klik hier voor de overzichtspagina. Daar kunt u naar wens een jaar kiezen.
  • Zie hier voor een wikipagina over de Wet Acerbo.

Rodari redde schilder Sironi van de kogel

Dit is het punt: Gianni Rodari redde schilder Sironi van de kogel kort na de bevrijding van Italië op 25 april 1945 van het nazifascisme. Een moreel dilemma waarvan de schepper van wereldwijd geliefde poëzie voor kinderen en volwassenen zich maar nauwelijks kon bevrijden.

Fascisme: opkomst en consolidatie van terreur

De fascistische beweging eerst en het fascistische dictatoriale regiem daarna, hebben haar opponenten altijd met intimidatie, agressie en geweld bestreden. Openlijk verzet tegen de beweging werd in de beginjaren 1919 tot 1922 door de fascistische militie (lees:  knokploegen) met stokslagen en wonderolie brutaal afgestraft. Met name socialisten en communisten moesten het ontgelden en velen van hen bekochten hun verzet met de dood of blijvend lichamelijk en/of geestelijk letsel.

Toen Mussolini eind oktober 1922 aan de macht kwam en in het voorjaar van 1923 de dictatuur een feit werd, werden de permanente agressie en intimidatie een aangelegenheid van de staat. De fascistische knokploegen werden door wetgeving omgezet tot een gewapend privé-leger onder direct bevel van Benito Mussolini. Bekende slachtoffers van de politieke terreur die toen volgde waren Antonio Gramsci (1891-1937) en Giacomo Matteotti (1885-1924), maar de vele duizenden anderen blijven daarmee ongenoemd.

De bevrijding

Na de bevrijding op 25 april 1945 ontlaadde zich de decennia lang opgebouwde haat tegen de fascisten die in naam van een criminele ideologie ontelbare misdaden hadden begaan. Niet zelden waren het vergeldingsacties van min of meer persoonlijke aard. Dat was formeel gesproken natuurlijk niet de bedoeling. De gearresteerde fascisten diende men aan de  Italiaanse en geallieerde militaire autoriteiten over te dragen. Deze procedure was gevolgd met de Engelse nazi-collaborateur John Amery, die in zijn vaderland werd berecht en ter dood veroordeeld (zie hier). De toen 25-jarige en toekomstige schrijver en dichter Gianni Rodari leidde de patroulle die Amery had gearresteerd en overgedragen aan de commandant van de 52° Brigade Garibaldi waar zijn patrouille deel van uitmaakte. Tot zover alles volgens de regels van het oorlogsrecht.

Maar behalve eigen initiatief (een vorm van standrecht) en het volgen van de regels bestond nog een derde mogelijkheid. Die viel Mario Sironi (1885-1961) te beurt, zoals we zullen zien.

De schilder Sironi, fascist, op de vlucht

Kunstenaar Mario Sironi was reeds in 1919 tot het fascisme toegetreden. De futurist Marinetti (ook fascist) noteert in zijn dagboek dat Sironi aanwezig was bij een vergadering in oktober 1919 in Milaan. In de glorietijd van de dictatuur was Sironi opgeklommen tot een kunstenaar van grote faam. Hij had in vele monumentale kunstwerken het fascisme gecelebreerd. Hij verzorgde het  ‘decor’ voor de tentoonstelling in 1932 over 10 jaar mars op Rome. (Zie de afbeelding waarmee dit stukje opent.) En met bijtende satirische tekeningen in het fascistische tijdschrift Gerarchia dreef hij jarenlang de spot met de tegenstanders van de dictatuur. Deze gevierde kunstenaar moest na de bevrijding – hij was inmiddels bijna 60 – de huid zien te redden, want hij wist maar al te goed dat er ook voor hem een kogel was gereserveerd.

Direct na de bevrijding begaf hij zich met zijn hond op weg naar Como. De autoweg Milaan – Como werd gecontroleerd door patrouilles van de Garibaldi Brigades en zo viel de man met zijn hond aan de lijn in handen van de groep partizanen gecommandeerd door Gianni Rodari. Die kende en bewonderde het werk van Sironi. Nu stonden de vluchtende kunstenaar en zijn hond vóór de cultuur- en kunstliefhebbende commandant. Wat te doen?

De herinneringen van Gianni Rodari

Rodari liet de fascistische kunstenaar gaan. In een autobiografische aantekening schrijft de dichter: ‘Ik weet niet of ik er trots op kan zijn: In naam van de kunst ondertekende ik zijn vrijgeleide. Bij de brigadecommandant maakte ik geen melding van deze dingetjes.’ En hij vervolgt: ‘Sironi ging weg met zijn hond, waarheen was niet belangrijk. […] Voor mij waren zijn schilderijen lessen in tragedie geweest, niet meer en niet minder dan de Lettera dall’Amiata van Montale.’ Heel opmerkelijk, deze vergelijking met het beroemde gedicht van Eugenio Montale uit 1938.

De kunstenaar Sironi ontliep de kogel. Hij dankte zijn leven aan zijn jonge bewonderaar en communistische verzetstrijder Gianni Rodari. Mario Sironi  sterft in 1961 in Milaan na een zeer productief en succesvol kunstenaarsleven.

Het kunstenaarschap van de schrijver en dichter Gianni Rodari deed niet onder in creatieve productie en zou eveneens wereldwijde erkenning verwerven. Hij stierf op 14 april 1980 in Rome.

De juiste beslissing?

In de geciteerde autobiografische aantekening vraagt Rodari zich af of hij er goed aan deed Sironi te laten gaan in naam van de Kunst. De Engelsman Amery was immers door hem overgedragen aan zijn brigadecommandant en later berecht. Om zich te rechtvaardigen schrijft Rodari dat de kunstnaar Sironi echt veel belangrijker was dan de collaborateur Amery. Niettemin blijft de twijfel knagen. Hij besefte na de oorlog heel goed met twee maatstaven te hebben gemeten. Een ontoelaatbare handelwijze met rampzalige gevolgen.

Vanuit het gezichtspunt van correcte rechtspleging ware het beter geweest dat de schilder op dezelfde manier was behandeld. Maar Rodari wist maar al te goed, dat voor een Italiaanse fascist van het kaliber van Mario Sironi niet dezelfde regels zouden gelden. De leiding van het Milanese verzet zou hem zeker hebben gefusilleerd. Sironi was immers niet alleen een fascist van het eerste uur, maar tot aan het einde toe trouw gebleven aan Mussolini en het regiem.

Benito Mussolini werd overigens samen met zijn minnares Clara Petacci op 28 april 1945 in het  dorpje Dongo in de provincie Como door het Italiaanse verzet doodgeschoten. En een niet gering aantal van zijn mededaders was in die dagen hetzelfde lot beschoren. (Zie deze post.)

Aantekeningen bij Rodari redde schilder Sironi van de kogel

  • Rodari vergist zich bij het citeren van het gedicht van Montale. De correcte titel is ‘Notizie dall’Amiata’, Berichten van de Amiata. Rodari schrijft echter ‘Lettera’, dus Brief. Het gedicht staat in de bundel Le occasioni 1928-1939 uit 1949 op pp. 99-101. Een Nederlandse vertaling van het gedicht verscheen in het tijdschrift Yang, jaargang 25, 1989. Meer gegevens ontbreken op db.nl.
  • Rodari vergist zich ook in de spelling van de achternaam van John Emery, die wordt geschreven als Amery. Een dergelijke onnauwkeurigheid wordt niet zelden door anderen overgenomen. Het overkwam ook de Italiaanse journalist en bestsellerauteur Aldo Rodari redde schilder Sironi van de kogelCazzullo in zijn recente boek Mussolini capobanda. Perché dovremmo vergognarsi del fascismo. Milaan: Mondadori 2022, pp. 96-97. [Mussolini bendeleider: Waarom we ons zouden moeten schamen voor het fascisme.]
  • Zie mijn andere artikelen over Gianni Rodari hier en hier.
  • Over Sironi zie deze wikipedia-pagina (it) en deze website (it) over hem. Ik nam van Sironi-onderzoekster Elena Pontiggia enkele noties over.
  • Zie hier een Nederlandse wikipediapagina over de berg Amiata.