Goethe in Civita Castellana Zijn Italiëreis in 1786

Achterin de zaal verhief zich een stem: “Ik heb de man nooit erg sympathiek gevonden. En dat iedereen met zijn Italië-boek wegloopt, wat zal ik zeggen, voor mij hoeft het niet.” Hier volgt een verslagje van een bijeenkomst over Goethe in Civita Castellana. Hij was op weg naar Rome.

Op weg naar Rome

De stem bleek later bij een gepensioneerde docente Duits te horen. Zij had het over Goethe en diens boek Reis naar italië. Ook ik in Arcadië. De civitonica – zo noemt men een inwoonster van Civita Castellana –  lanceerde haar opmerking na afloop van de twee lezingen over Goethe’s bezoek in 1786 aan het stadje, waar hij op 28 oktober aankwam. De schrijver was die ochtend heel vroeg uit Terni vertrokken met als reisdoel Rome: “Morgenavond dus in Rome. Ik kan het nog nauwelijks geloven…” (132) De route liep over de via Flaminia en dat betekende aan het eind van de 18e eeuw dat je aan je rechterhand het stadje Civita Castellana op je weg vond.

Het deel van de Flaminia tussen Terni en Civita was niet eenvoudig, want je moest de bijna 50 kilometer met een reiskoets over een stel fikse bergen en navenante dalen. (Zie Google Maps.) De weg wordt nu gebruikt voor wat men plaatselijk verkeer noemt, maar tevens door hedendaagse pelgrims, die te voet of op de fiets de via Flaminia nemen om de heilige stad te bereiken. Als je de tijd hebt, beloont het landschap je met spectaculaire panorama’s en grote schoonheid.

Het bleek later, dat de gepensioneerde lerares Duits zich vooral had gestoord aan de schaarse notities die de beroemde schrijver aan haar geliefde geboorteplaats had gewijd. Zij had het boek al op jonge leeftijd gelezen, eerst in een Italiaanse vertaling en later natuurlijk in Goethe’s moedertaal, die voor haar de tweede werd en die zij ook zou gaan onderwijzen.

De berg Soracte

Ik van mijn kant was ook niet erg gelukkig met de acht woorden die hij aan onze Soratte heeft gewijd: “zeer schilderachtig verheft zich de alleenstaande berg Soracte”. (131) Hij zou dit geschreven kunnen hebben na het bekijken van een van de schilderijen van de vele Noord Europese kunstenaars, die vóór hem in Rome waren neergestreken en de berg in het landschap hadden afgebeeld. Een paar woorden dus maar, en geen bezoek gebracht aan het dorp Sant’Oreste, noch de berg bestegen. De schrijver had vanaf de top de Tyrreense zee kunnen aanschouwen: een tijdloze en onvergetelijke ervaring.

Goethe in Civita Castellana Zijn Italiëreis in 1786
Op de voorgrond het fort Sangallo met het stadje Civita Castellana. Op de achtergrond de berg Soracte, ofwel Monte Soratte.

In het korte debat dat volgde, gebruikte de lerares in een bijzin het woord ‘dagboek’ voor Goethe’s boek. Een merkwaardige typering, want zó had ik het nooit gelezen. Later begreep ik waarom meer lezers dit dachten: boven de paragrafen staat immers de plaats en de datum vermeld, en soms ook het dagdeel.

Goethe in Civita Castellana Zijn Italiëreis in 1786
Borstbeeld van Goethe in 1780. Foto Maria Korporal, 2017.

Je kunt van Reis naar Italië van alles en nog wat zeggen, maar het als dagboek kwalificeren, nee, dat kan niet. Het is voldoende om te weten dat de auteur de tekst pas drie decennia later geschikt heeft gemaakt voor publicatie, namelijk in 1817. Na dertig jaar was Goethe niet meer de jongeman die zijn Italiaanse Grand Tour maakte. Het boek dat hij in 1817 aan zijn lezers voorlegde, bevat een bewerking van de teksten die hij tijdens die reis had geschreven, geen dagboek. Wellicht was dit de beste keuze die hij kon maken, want Goethe’s reisverslag – mits de lezer de nodige afstand bewaart – prijkt terecht op de leeslijst van elke Italië-reiziger.

Aantekeningen

  • Voor dit stukje heb ik de vertaling van Mr. Roel Houwing gebruikt, waarvan de eerste druk in 1946 bij Contact verscheen, de mijne is de 5e, uit 1975. In 2005 kwam Uitgeverij Boom met een geannoteerde vertaling, bezorgd door M. Putz.
  • De lezingen werden gehouden op vrijdagmiddag 27 oktober 2017 in de gemeente bibliotheek van Civita Castellana.

 

Albert Kesselring in Sant’Oreste een nazi hoofdkwartier

In deze post Albert Kesselring in Sant’Oreste vertel ik iets over het hoofdkwartier dat deze generaal in de winter van 1943-1944 in enkele van de tunnels van de berg Soracte betrok.

Symposium in Sant’Oreste

In het dorpje waar ik sinds 1988 woon, werd over periode waarin de twee wereldoorlogen woedden op vrijdagmiddag 13 oktober 2017 een klein symposium gehouden. De decennia die beiden oorlogen omsloten, noemt men in de Nederlandse geschiedschrijving het Interbellum. In de Italiaanse historiografie heet dit het Ventennio. De Italiaanse term heeft een minder ‘neutrale’ betekenis dan de Nederlandse. Terwijl de eerste vooral een periode aanduidt, verwijst men met de term Ventennio vooral naar de dictatuur van het Italiaanse fascisme.

De bijeenkomst vond plaats in het kader van het project “Grote en kleine geschiedverhalen in Neder Sabina in de tijd van de beide wereldoorlogen”,  ofwel Storie e microstorie in Bassa Sabina nel periodo delle guerre mondiali. De organisatoren beogen zoveel mogelijk archiefstukken, mondelinge getuigenissen, foto’s, objecten, enzovoort, aanwezig in de locale archieven, te verzamelen en beschikbaar te maken.

Toegankelijk voor wie?

In de eerste plaats voor de inwoners van de tien gemeenten die met hun archieven en bibliotheken aan het project deelnemen. De website tilt op die manier de locale geschiedenis naar een interlocaal niveau en vervolgens naar meer toegankelijkheid. De gemeenten zijn: Cantalupo, Casperia, Forano, Montopoli di Sabina, Nazzano, Poggio Mirteto, Sant’Oreste, Tarano en Toffia. Van deze tien kan ik alleen spreken over Sant’Oreste, het dorp waar ik woon en werk. Elk van deze tien heeft natuurlijk iets om trotse verhalen over te vertellen, maar alleen Sant’Oreste heeft de berg Soracte. En juist in de middelste jaren van de Tweede Wereldoorlog heeft deze berg onderdak verleend aan één van Hitlers bekendere generaals: Albert Kesselring.

Albert Kesselrings hoofdkwartier

Albert Kesselring in Sant’Oreste en locale geschiedenis
De twee hoofdrolspelers en Kesselring op de rug gezien.

Kort na half september 1943 vestigde hij zijn hoofdkwartier in de tunnels die de berg rijk is. Ze werden in de 2e helft van de jaren dertig van de vorige eeuw op bevel van Mussolini in de westelijke flank van de berg gegraven. Het jaar 1943 is een sleuteljaar: op 25 juli zet de ‘Hoge Raad van het fascisme’ zijn eigen leider af. Na zijn bezoek aan de koning werd de Duce gearresteerd. Men bracht hem direct over naar het Campo Imperatore op de Gran Sasso.

Op 8 september wordt in de vooravond bekendgemaakt dat Italië de geallieerden om een wapenstilstand heeft gevraagd. Die hadden in het zuiden van het land inmiddels een flinke vooruitgang geboekt. De koning en de regeringsleider Badoglio poetsten kortelings de plaat en vluchtten naar het bevrijde zuiden.

Van bondgenoot tot bezetter

De voormalige bondgenoten zagen de bui al hangen en zaten na 25 juli 1943 niet stil. Generaal Kesselring kan na overleg met Hitler in actie komen. Reeds  op 10 september neemt hij de getekende overgave in ontvangst. Hij verklaart terstond de stad Rome en Midden- en Noord-Italië tot bezet gebied. In dit territorium geldt vanaf dat moment de nationaalsocialistische oorlogwetgeving. Enkele dagen daarna betrad de generaal zijn werkvertrekken in één van de tunnels van de Soracte. De berg bood hem, zijn staf en de manschappen, in totaal ongeveer 500 personen, veiligheid tot de eerste dagen van juni 1944.

Na de oorlog

Deze opmerkelijke aanwezigheid heeft in het dorp ook in de naoorlogse jaren een rol gespeeld. Het is dus niet vreemd dat een onderwijzer tijdens de schooljaren 1976-1977 en 1977-1978 op het idee kwam om om een ‘onderzoek’ te houden. Hij inspireerde een groep van 27 leerlingen van 10 tot 12 jaar om familieleden en bekenden te ondervragen over deze negen maanden. Wat betekende de aanwezigheid van soldaten en officieren van de Wehrmacht voor de dorpelingen. Welke invloed had dit toen op het bestaan van de bewoners.

Oral history

De onderwijzer heette Giuseppe Zozi (overleden in 2016). Een groot deel van de 27 leerlingen woont nog in het dorp. Eén van hen heeft tijdens het symposium van vrijdagmiddag iets over hun ‘onderzoek’ verteld. Hij liet ons ook het resultaat ervan zien: een ruim 300 pagina’s tellend gestencild verslag van hun werk. De jongens en meisjes hadden ‘oral history’ bedreven zonder ooit van deze vorm van geschiedbeoefening te hebben gehoord.

Het eiland van Kesselring

De wethouder van cultuur vroeg mij iets te zeggen over het personage commandant Albert Kesselring en over L’isola di Kesselring, dat onze uitgeverij in 2002 publiceerde. In het boek wordt het verhaal van de negen maanden verteld. De redacteur Francesco Zozi had zich voorgenomen het materiaal in een leesbaar verhaal toegankelijk te maken voor zijn dorpsgenoten. En natuurlijk voor andere belangstellenden.

Hier was dus geen historicus aan het woord die de nodige kritische afstand kon nemen. Zozi was een dorpsbewoner met een uitgesproken politieke mening, die door velen werd gedeeld en door vele anderen radikaal verworpen. Zozi stond immers bekend als een sympathisant van Benito Mussolini en een devote en behoudende rooms-katholiek. Niettemin vond het boek bij ‘vriend’ en ‘vijand’ onthaal en maakte op zijn beurt geschiedenis, ook buiten het dorp.

Wehrmacht-generaal Albert Kesselring

Aan mij dus het verzoek iets over de ‘ware’ Albert Kesselring naar voren te brengen. Ik zal dat hier niet herhalen en verwijs naar de inmiddels flink gegroeide literatuur en de memoires van de Wehrmacht generaal. Hij vertelt daarin met griezelige trots zijn levensloop en carrière bij de Luftwaffe. Hij schuift elke verantwoordelijkheid van zich af. Ook voor de talloze burgerslachtoffers van de bombardementen op de steden Warschau (1939) en Rotterdam (1940). Kesselring rechtvaardigde zijn beleid ten aanzien van het Italiaanse verzet en de burgerbevolking – gekenmerkt door de voor nazi’s kenmerkende terreur – met een beroep op de oorlogssituatie.

Mij lijkt de understatement-achtige conclusie van de Duitse historicus Elmar Krautkrämer geldig: ‘Eine besondere Achtung des menschlichen Lebens hat ihn nicht ausgezeichnet’. Ik hoef niet te zeggen, dat de hier opgesomde elementen door redacteur Zozi niet in aanmerking zijn genomen. Onjuist en onnodig zou het zijn hem dit achteraf te verwijten. Voor het veertigtal toehoorders van mijn Kesselring causerie was dit nieuwe informatie die tot een levendig debat aanleiding gaf.

De bijeenkomst van vrijdagmiddag maakte overigens opnieuw duidelijk welke gevaren locale geschiedschrijving bedreigen. Ten eerste: een te geringe historiografische afstand waardoor men de algemene context uit het oog dreigt te verliezen. Ten tweede: men verzamelt gegevens zonder de ‘oral history’ technieken en regels in acht te nemen.

Aantekeningen bij Albert Kesselring in Sant’Oreste

  • Viviana Scarinci (red.), L’isola di Kesselring. Sant’Oreste: Apeiron Editori, 2002. Klik hier voor informatie.
  • Albert Kesselring, Soldato fino all’ultimo giorno.  Milaan: LEG edizioni, 2020. (2016¹). Over de generaal bestaat veel literatuur. Zie ook wikipedia Nederlands.
  • In 2024 verscheen een fotoboek over de berg Soracte en het bunker complex: Storia fotografica del Monte Soratte e del suo bunker antiatomico. Het boek is tweetalig Italiaans en Engels. ISBN 9788896589380.