Giovanni Pascoli X Augustus Een gedicht uit 1896

De toekomstige dichter was twaalf toen twee moordenaars zijn vader neerschoten. Het was geen politieke moord. De misdaad werd gepleegd in opdracht van iemand die de plaats van Ruggiero Pascoli als zakelijk administrateur van het landgoed La Torre, bezit van de adelijke familie Torlonia, wenste in te nemen. De tragedie vond plaats op  zaterdag 10 augustus 1867. Er verliepen 29 lange jaren voor Giovanni Pascoli X Augustus zou publiceren. Op 9 augustus 1896 werd het gedicht afgedrukt op de voorpagina het veelgelezen Florentijnse weekblad Il Marzocco.

Giovanni Pascoli X Augustus

Onderschrift

Pascoli plaatste dit tekstje onder het gedicht.

Deze herinnering aan 10 augustus 1867 draag ik op aan enkele onbekende afgrijselijke mannen. Of zij nu spoken zijn, die eeuwig dwalen van de plaats waar zij doodden naar de plaats waar zij werden gedood. Of het hoofden zijn met witte haren en gerimpelde gezichten, die zich steeds meer buigen voor de extreme schaduw waarin de wraak schuilt. Misschien zijn het nu bleke gezichten, die proberen langzaam zich op te richten in de hoop dat zij BIJ JOU niet meer komen, dat je er niet meer zal zijn… nog een beetje geduld, een beetje geduld! geduld! geduld! — G.P.

Het onbestraft blijven van de moord op zijn vader Ruggero veroorzaakte in Pascoli een trauma dat zich met het verstrijken van de jaren versterkte.

Dit is mijn versie van X Augustus

Heilige Laurentius, Ik weet wel waarom
in de heldere lucht zoveel sterren
gloeien en vallen, en als een tranenvloed
aan de hemelboog flonkeren.

Een zwaluw kwam terug naar huis
ze doodden haar: viel tussen de naalden:
in haar bek had zij een insect:
het maal voor haar zwaluwtjes thuis.

Nu ligt ze daar, als aan het kruis, reikt
die worm in haar bekje ter hemel op;
in de schaduw uit haar nest, wachtend,
klinkt ’t piepen steeds minder luid.

Ook een man keerde terug naar huis:
ze doodden hem: hij zei: Vergeving;
bleef in de open ogen een schreeuw
twee poppen droeg hij bij zich…

Nu, daar in het verlaten huis
verwachten ze hem, tevergeefs
:
onbeweeglijk, stomverbaasd, reikt hij
de poppen naar de verre hemel op.

En jij, Hemel, uit de hoogte der kalme 
werelden, oneindig, onsterfelijk,
oh!, overdek je met een sterrenvloed
dit doffe atoom van het Kwaad!

Dit is het origineel:  X Agosto

San Lorenzo, io lo so perché tanto
di stelle per l’aria tranquilla
arde e cade, perché sì gran pianto
nel concavo cielo sfavilla.

Ritornava una rondine al tetto:
l’uccisero: cadde tra spini:
ella aveva nel becco un insetto:
la cena de’ suoi rondinini.

Ora è là, come in croce, che tende
quel verme a quel cielo lontano;
e il suo nido è nell’ombra, che attende,
che pigola sempre più piano.

Anche un uomo tornava al suo nido:
l’uccisero: disse: Perdono;
e restò negli aperti occhi un grido
portava due bambole in dono…

Ora là, nella casa romita,
lo aspettano, aspettano in vano:
egli immobile, attonito, addita
le bambole al cielo lontano.

E tu, Cielo, dall’alto dei mondi
sereni, infinito, immortale,
oh! d’un pianto di stelle lo inondi
quest’atomo opaco del Male!

Aantekeningen bij Giovanni Pascoli X Augustus

  • San Lorenzo verwijst naar de christelijke martelaar Laurentius van Rome.  Zie hier voor een Nederlandse wikipedia pagina.
  • Over de moord is hier een link naar een Italiaanse blogpagina.
  • Het gedicht is op het internet gemakkelijk te vinden. Ik heb tekst overgenomen uit Giovanni Pascoli, Poesie, Milaan: Mondadori, 1940², p. 72. Deze toentertijd complete editie van de gedichten werd bezorgd door de literatuurcriticus en journalist Antonio Baldini (1889-1962), met medewerking van de Pascoli’s zuster Maria. Het gedicht is opgenomen in de bundel Myricae, die Pascoli zelf in diverse herziene edities uitgaf. In 1974 verscheen van dit werk een kritische editie, bezorgd door de Pascoli-kenner Giuseppe Nava (1937-2019), hoogleraar Italiaanse literatuur.