Mens van mijn tijd. Een gedicht van Salvatore Quasimodo

Mens van mijn tijd
Salvatore Quasimodo publiceerde het gedicht Mens van mijn tijd in 1947. Het verscheen in de bundel Giorno dopo giorno. De dichter schreef het gedurende de Tweede Wereldoorlog. Er woedt sinds 24 februari weer een nieuwe oorlog in Europa. Quasimodo’s oproep in de verzen 14 en 15:
Och zonen, vergeet de wolken bloed,
die zijn opgestegen van de aarde, vergeet de vaderen […]:
vonden geen weerklank.
Het gedicht bestaat uit 17 vrij lange verzen. De Nederlandse vertaling is van Catharina Ypes.
Mens van mijn tijd
Je bent nog dezelfde van de steen en de slinger,
mens van mijn tijd. Jij was in het vliegtuig,
met zijn kwaadaardige vleugels, meridianen van de dood,
– ik heb je gezien – in de gevechtswagen, bij de galgen,
bij de pijnigingen op het rad. Ik heb je gezien: jij was het,
met je wetenschap, nauwkeurig op verdelging gericht,
zonder liefde, zonder Christus. Jij hebt wéér gedood,
zoals steeds, zoals de vaderen hebben gedood, zoals de dieren
hebben gedood, die je voor de eerste maal zagen.
En dit bloed verspreidt zijn reuk als op de dag,
toen de broeder sprak tot de andere broeder:
‘Laat ons naar het veld gaan’. En die koude, koppige echo
is doorgedrongen tot jou, in jouw levensdag.
Och zonen, vergeet de wolken bloed,
die zijn opgestegen van de aarde, vergeet de vaderen:
hun graven verzinken in de as,
de zwarte vogels en de wind bedekken hun hart.

 

Bibliografie bij Mens van mijn tijd

  • Voor het origineel zie de zeer vaak herdrukte bundel: Salvatore Quasimodo, Giorno dopo giorno. Milano: Mondadori, 19595, p. 60.
  • De vertaling van Catharina Ypes staat in haar bloemlezing Olijven en zilveren populieren. Den Haag: Boucher, 1960, p. 87.
  • Zie hier voor een korte informatieve pagina over Salvatore Quasimodo.

 

 

Dorp van mijn moeder. Een gedicht van Maria Luisa Spaziani

Maria Luisa Spaziani werd op 7 december 1922 geboren in Turijn. Zij overleed in 2014. Het lijkt mij aardig om haar geboortedag te gedenken met een van haar bekendste gedichten. De onderstaande versie van Het dorp van mijn moeder werd gemaakt door  Catherina Ypes, die het gedicht in 1960 publiceerde in haar tweetalige bloemlezing Italiaanse poëzie uit de eerste helft van de twintigste eeuw.

Het dorp van mijn moeder

Naakte bomen in een naakt seizoen
tegen de hemel van het dorp van mijn moeder,
waar het water kolkt in de vaarten
tussen het verdroogde gras
en de handen van de kronkelende wingerd zich
wanhopig heffen in de nevel.
Gotisch en licht bloeit de herfsttijloos
– bloem van de oudste elegie –
langs mijn Sirmana,
trage winterhemel, voortgesleept
naar geen enkele monding.
Soms vliegen een paar vogels
langs de hemel van het dorp van mijn moeder.
Bijwijlen houden zij stil
tussen de staken van de wijngaarden,
of ‘s avonds, in wijde kringen boven de eindeloze
horizon van heuvels,
in de stilte van de vrieskou die ook de maan
doet verstenen,
snijden zij in de lucht
hun dronken kreet.

Het gaat in het gedicht om het niet genoemde dorp Mongardino. Het ligt in de heuvelachtige provincie Asti, die deel uitmaakt van de regio Piëmont op ongeveer 65 kilometer zuid-oostelijk van Turijn.

Spaziani publiceerde haar gedicht ‘Het dorp van mijn moeder’ in 1954 in de bundel Le acque del sabato. Hieronder het omslag.

Het dorp van mijn moeder

Terzijde. Een aardige coïncidentie is dat Marga Minco in jaren vijftig van de vorige eeuw een boeiend kort verhaal publiceerde met dezelfde titel. Tussen beide kunstwerken bestaat geen enkele inhoudelijke overeenkomst. De context en de motieven zijn geheel verschillend.

Aantekeningen bij het gedicht van Maria Luisa Spaziani

  • Voor een korte informatieve pagina over haar zie hier op dit weblog.
  • Voor de bloemlezing van Catherina Ypes zie hier.
  • Andere Nederlandse vertalingen van haar poëzie zijn mij niet bekend.
  • De enige toelichting betreft het woord Sirmana in vers 9. Het zou gaan om een klein riviertje in de omgeving van het geboortedorp van haar moeder.

 

MariaLuisa Belelli Italiaanse dichteres

Kort biografisch

De Italiaanse dichteres MariaLuisa Bellelli ziet het levenslicht in Ferrara op 6 april 1909. Zij stierf in Rome op 25 februari 1992. Zij groeide op in Venetië waar het gezin heen trok toen zij net twee maanden oud was. Bellelli studeerde in Padua af in de Franse letterkunde op Michel de Montaigne. In 1938 vluchte zij naar Parijs vanwege de antisemitische wetgeving, maar keerde terug bij de inval en bezetting van Frankrijk door de nazi’s.  Ondergedoken in Piëmont overleefde zij de vervolging.

Zij koesterde een lange vriendschap met de dichter Aldo Palazzeschi. Daarvan getuigt hun briefwisseling 1935-1974.

Docentschap en poëzie

Zij werkte als lerares Franse taal en letterkunde op diverse middelbare scholen in Italië tot zij in 1965 werd benoemd aan de Universiteit van Turijn. Bellelli gaf Italiaanse edities uit van Frans auteurs als Honoré de Balzac, Charles Baudelaire, Albert Camus. Bovendien was zij productief als essayïste en publiceerde een tiental boeken over Franse literatuur. Zij heeft deze drie dichtbundels op haar naam gebracht:

  • Silenzio in cielo (1930-1945), Firenze, Vallecchi, 1947
  • Se mai rinascerò, Firenze, Vallecchi, 1957
  • La festa prevedibile, Firenze, Vallecchi, 1983

MariaLuisa Bellelli Italiaanse dichteres

Vertalingen in het Nederlands

Catherina Ypes nam in haar bloemlezing Olijven en zilveren populieren het  gedicht Eva uit 1947 van Belleli op.

 

Aantekeningen bij MariaLuisa Bellelli Italiaanse dichteres

  • Er is een pagina wikipedia in het Italiaans.
  • Voor de briefwisseling met Palazzeschi: Aldo Palazzeschi e Maria Luisa Bellelli, Sotto il magico orologio. Carteggio 1935-1974. Lecce: Pietro Manni editore, 1987.