Hella Haasse in Umbrië over een boer en zijn hooi

Hella Haasse heeft in haar lange leven verschillende boeken over Italië geschreven. Velen hebben gehoord van haar De tuinen van Bomarzo uit 1968 of zelfs gelezen. Minder bekend zijn wellicht de reisverhalen die zij in 1953 bundelde en de titel Klein reismozaïek meegaf. Zij trok in het jaar daarvoor – 1952 – door Italië. Zij legt niet uit op welke manier zij reisde, waarschijnlijk per trein en per locaal vervoer. Het is echter niet uitgesloten dat zij in gezelschap van iemand per auto door het land reisde. In de bundel komt namelijk een verhaal voor over wat Hella Haasse in Umbrië waarnam.

Zij zag een boer die zijn hooi langs een vrij steile weide naar boven sleept naar het erf van zijn boerderij die boven op de heuvel ligt. Hella Haasse kan haar Umbrische boer echter onmogelijk vanuit het raam van een treincoupé hebben gezien, of vanuit een autobus. Wat Haasse zegt over het beeld dat haar zal bijblijven, zou ook kunnen gelden voor de lezers van dit prachtige fragment.

Wandelende hooischelf

Terwijl de blik van de schrijfster over het glooiende Umbrische landschap dwaalt, wordt haar aandacht getrokken door een “wandelende hooischelf” die naar boven beweegt. Onder de schelf ontwaart zij een boer die met het hooi op zijn schouders naar boven probeert te komen. Na diverse  pogingen, met veel vallen en opstaan, lukt het hem tenslotte met een uiterste krachtsinpanning de vracht op het erf van zijn boerderij te krijgen. Dan daalt hij opnieuw af om een andere schelf naar boven te sjouwen.

Haasse concludeert: “Wil de boer zijn hooi boven hebben, dan moet hij het zelf halen, stap voor stap, een martelgang van vallen en opstaan. Hij doet het, geduldig en volhardend, met de kalmte van een mens die deze inspanning als iets van zelfsprekends heeft aanvaard.” (Geciteerd in Het Italie-gevoel, 112.)

Identiteit

Het is de laatste zin die mij interesseert. Haasse onthult hierin een aspect van de Italiaanse identiteit, namelijk de berustende volharding waarmee de taken worden volbracht die de continuïteit van het bestaan waarborgen. In weerwil van alle moeilijkheden die deze samenleving voor ons in petto heeft! In dit concrete geval, betreft een boer en diens zorg voor het hooi, het voedsel voor zijn beesten in de wintermaanden: het kan in de hogergelegen gebieden van Umbria gemeen koud zijn.

Het zijn belangrijke woorden in het Italiaans: geduld [pazienza], volharding [perseveranza], aanvaarding [accettazione]. Deze woorden behoren alle drie  tot de woordfamilie van ‘berusting’.

Het devies van Haasse – schrijven is waarnemen en denken – komt hier op een mooie manier tot uitdrukking. Schrijven is het resultaat van waarnemen en denken. Deze handelingen behoeven niet noodzakelijk in een zeer korte tijdspanne worden voltrokken. Integendeel. De werkwijze van Haasse was anders: tijdens de reis waarnemen, aantekeningen maken en eenmaal weer thuis kwam het aan de grote tafel in haar huiskamer tot schrijven. Dat verklaart ook het literaire karakter van deze reisverhalen. En het verklaart tevens de aanwezigheid van de diepere gedachte die vervat ligt in de door mij geciteerde zin. Die duidt op een kennis van zaken gevoed door meer waarnemingen dan slechts deze tobbende Umbrische boer.

Aantekeningen bij Hella Haasse in Umbrië over een boer en zijn hooi

  • Zie hier voor een pagina over werk van Hella Haasse in Italiaanse vertalingen.